Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Léon GOVAERTSarchitect1899

INCONNU - ONBEKEND1864

Juridisch statuut

Beschermd sinds 29 juni 2000

Stijlen

Art nouveau
Neoclassicisme
Neo-Lodewijk XVI

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10919
lees meer

Beschrijving

Dubbelwoning in art nouveaustijl n.o.v. van 1899 van arch. Léon GOVAERTS (1860-1930) die hier aanvankelijk woonde.

Drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Oorspronkelijk neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. geïnspireerd pand volgens bouwaanvraag van 1864 met twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. waarin drie dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..

Grondig verbouwd door arch. L. GOVAERTS: gevelverhoging met halve verdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. tussen arduinen kordonlijstUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en brede afgeronde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. tussen twee decoratieve arduinen hoekconsoles. Lijstgevel in witte baksteen op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met vier kelderopeningen. Rechthoekige muuropeningen. Brede ingangstravee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., rondbogige vleugeldeur op begane grond, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met metalen structuur op eerste verdieping. Gestileerde florale sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en op de verticaal doorlopende  borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en bekronende rondboogtimpanen van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de smallere zijtraveeën van de tweede bouwlaag. Het geheel verleent een sterk verticaliserend effect aan de gevel. BoogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. in rode en witte baksteen boven het timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Verder decoratief gebruik van terracotta en van blauwe hardsteen voor o.a. plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., lekdrempels, lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt., consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en de tussenstijlen en aanzetstukken met vegetale decoratie van de tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. op de laatste verdieping. Door hun decoratie en polychromie sluiten ze aan bij de florale art nouveaustijl; de symmetrische gevelopstand daarentegen ligt in de lijn van de traditionele architectuurBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw).. Bepaalde details, zoals de pilastervormende panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met voluutkapitelen op de vleugeldeur, doen denken aan de Vlaamse renaissance.

de Liedekerkestraat 112, interieur: hall met twee-armige bordestrap (foto 1993-1995).

Interieur: bevat een zelfde mengeling van enerzijds art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. geïnspireerde elementen en anderzijds ontleningen aan oudere stijlenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust.. De drie ruimtes die zich aan weerszijden van de vestibule bevinden, zijn ingericht in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl van uiteenlopende inspiratie. De kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met gestileerde florale elementen van het plafond in de "eetkamer" heeft reminiscenties aan de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. De verguldsels, de paneeldecoratie met lijstwerk en het rijkelijk geornamenteerd plafond van het "salon" doen veeleer denken aan de Lodewijk XVI-stijl. De bordestrap met twee armen en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… trapleuning, verlicht door een hoog glasraam met bloemenvaas, vormt het enige nieuwe interieurelement van het plan uit 1864, dat qua ruimtelijke indeling in grote lijnen het oorspronkelijk ontwerp volgt.

Beschermd 29.06.2000.

Bronnen

Archieven
GASJ/OW 127 (1864), 5515 en 5599 (1869).