Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

DE MAEGDTarchitect1880-1890

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2016-2019

id

Urban : 38823
lees meer

Beschrijving

Schoolinstelling in eclectische stijl met invloed van de neo-Vlaamse renaissancestijl, naar ontwerp van architect De Maegdt, ca. 1890.

Lagere gemeenteschool gebouwd op een doorlopend  perceel met nr.32-34 Hallestraat.

Geschiedenis


Vanaf 1822 beschikte het oude dorp Vorst over een eerste “lokale school” die in een huis was ingericht. In 1828 besliste de gemeentelijke overheid om, gezien het groeiende aantal scholieren, een nieuwe instelling te bouwen bestemd voor zowel nieuwe klaslokalen als de gemeentediensten. Het gebouw werd opgetrokken op de plaats van een moestuin gelegen tussen de Barcelonastraat (toen Pastoorstraatje, dan Schoolstraat), de Brusselse Steenweg en een pad evenwijdig aan de Barcelonastraat (VERNIERS, L., 1949, pp. 158, 234).

In 1875 liet de gemeente een school bouwen op de oude weide, de dries, die al verscheidene jaren niet werd gebruikt (plannen uit 1874 door provinciaal architect Hansotte: VERNIERS, L., 1949, pp.243, 244). Deze school is aangegeven op het plan Projet de rues à ouvrir à proximité du Dries opgesteld door J. Poncelet in 1887 en vastgelegd bij K.B. van 11.04.1888. Ze was bestemd voor jongens, terwijl de meisjes in de lokalen van het gemeentehuis aan de Barcelonastraat bleven.
Deze toestand duurde tot in 1893, toen de kinderen werden ondergebracht in een nieuwe gemengde instelling met zes klassen voor de jongens en zes voor de meisjes, gelegen tussen de Hallestraat (nr.34) en de Driesstraat (nr.25-27). De plannen werden uitgewerkt door architect De Maegdt uit Brussel. De onderwijzer en de onderwijzeres beschikten elk over een woning. De lokalen aan de Barcelonastraat werden opnieuw door de gemeentediensten ingenomen.

Beschrijving
Aan de Driesstraat, opstand van twee bouwlagen met negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste met boogvormige deur. Deze gevel wordt geflankeerd door een smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder trapgevel links en door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rechte aandaken met asymmetrische compositie rechts, de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Bakstenen gevels op een sokkel in breuksteen met elementen en banden in witsteen en hardsteen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen moneelStenen vensterstijl.. Lelievormige ankers. Raamwerk vervangen.
Analoge gevel aan de Hallestraat, met uitzondering van de twee zijgevels onder topgevel, die omgekeerd zijn; van de gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. is ook de oorspronkelijke geveltop verdwenen.

Plan. Twee rechthoekige hoofdgebouwen met klassen, het ene naar de Driesstraat, het andere naar de Hallestraat. Ze worden van elkaar gescheiden door een binnenplaats waarlangs zich drie vleugels in eclectische stijl bevinden, in baksteen met witstenen elementen. Ze bestaan uit een verdieping op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) rond speelplaatsen: één vleugel verbindt de twee hoofdgebouwen en twee andere kleinere vleugels zijn respectievelijk tegen de twee hoofdgebouwen aangebouwd.

Bronnen

Archieven
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949, pp. 157-159.