Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Charles DEWYSarchitect1924

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 28897
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., gesigneerd en gedateerd op plint «Ch[arles] Dewys 1924».

Twee bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Bakstenen gevel met witstenen elementen op hardstenen plint KlokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Getoogde muuropeningen met hoekkettingen, welfstenen en bewerkte sluitstenen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. tussen kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder klokgevelGevel waarvan de top klokvormig is. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., rocaille1. Schelp- of rotsachtig, asymetrisch ornament, waaraan rococo haar naam dankt. - 2. Tuinfolies of rotsachtige tuinconstructies. en bekronende vaas, dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In- en uitzwenkende erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met voluutvormig vleugelstuk en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roeden en schouderboogvormige dwarsregel bewaard.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 7603 (1923), 7903 (1923).