Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

Paul VIZZAVONAarchitect1908-1912

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 01 oktober 1998

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20982
lees meer

Beschrijving

Villa in art-nouveaustijl, n.o.v. architect Paul Vizzavona, ca. 1910. Gesigneerd op een van de vier hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) die nu naar de achterzijde zijn verplaatst. Uitgebreid in 1953 en 1958 n.o.v. architect André Honincks.

De villa sluit een bijzonder homogene huizenrij ontworpen in het eerste kwart van de 20e eeuw, van nr. 26.

Huis loodrecht op de weg, oorspronkelijk inspringend t.o.v. de straat, en aangebouwd tegen een ander gebouw. Gevel in gele Silesische baksteen met witstenen elementen.

Vergotestraat 36, zijgevel (foto 2011).

Bestond oorspronkelijk uit twee parallelle rechthoekige volumes, inspringend t.o.v. elkaar, zonder straatgevel. Deze volumes hadden twee bouwlagen onder pseudomansarde en plat dak, rechts voorzien van een extra verdieping vooraan, om een hoektoren te simuleren.
Tegen de gemeenschappelijke muur, linker volume afgebroken door een schuine traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met een veelhoekige voorbouw van één bouwlaag onder terras en bekroond door een hoog tentdak. In 1953 werd aan dit volume aan de straatkant een lager rechthoekig bijgebouw toegevoegd. Op het dakterras hiervan en op het terras van de veelhoekige voorbouw werd in 1958 een volledig beglaasde wintertuin ingericht.
Rechter volume van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en met zijgevel; het hogere gedeelte onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met metalen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en plat dak, met in de laatste bouwlaag aan de straatkant een T-vormige muuropening met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en op de zijgevel in de tweede bouwlaag een balkon.
In de hoek gevormd door deze twee volumes, rond toegangsbordes, nu onder markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur. ; T-vormige deur links, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. rechts.
Aan de achtergevel, veranda uit 1953.

Vergotestraat 36, detail van het <a href='/nl/glossary/38' class='info'>bordes<span>1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.</span></a> (Foto Ch. Bastin & J. Evrard © MBHG).

Steekboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., sommige versierd met glas-in-loodramen met bloemenmotief, enkele met dubbele beglazing; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling, hier en daar vervangen. Deur met getraliede bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Rondbogige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugel- en schouderstukken. Traliewerk, borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met ingewerkte bloempotten, consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. in fijn bewerkt smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… in art-nouveaustijl.

Interieur met talrijke bewaarde decorelementen in art-nouveaustijl: trap, houtwerk, waaronder de deuromlijstingen; marmeren mozaïekvloer; glas-in-loodramen, waarvan die van het daklicht die het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten. Enkele verwijzingen naar de Vlaamse renaissancestijl in de salon: glas-in-loodramen, schoorsteen, plafond.

Vergotestraat 36, zicht in de inkomhal (Foto Ch. Bastin & J. Evrard © MBHG).

Omheiningsmuur aan de straatkant met twee hekken met art-nouveaumotief, aangevuld met metalen panelen, dat links vast, tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) uit 1956.

Beschermd 01.10.1998.

Bronnen

Archieven
GASLW/DS 8183 (1953), 9392 (1958).