Typologie(ën)
sociale woonblok
Ontwerper(s)
Joseph BYTEBIER – architect – 1926
Charles SCHAESSENS – architect – 1926
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Wetenschappelijk
- Sociaal
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10410
Beschrijving
Sociaal-huisvestingscomplex n.o.v. de arch. Joseph BYTEBIER en Charles SCHAESSENS i.o.v. de Naamloze Vennootschap van de Goedkope Woningen van Sint-Joost-ten-Node (1926).
Drie gelijkaardige panden van telkens vier bouwlagen en resp. drie, vier en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). (straatgevel). Gevels in rode baksteen afgewisseld met elementen in blauwe hardsteen, waaronder sokkel. Toegang via twee voorplaatsen. Verdiepte ingangen onder afdaken, ingeschreven tussen smalle uitspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sommige borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voorzien van metselwerk in dambordpatroon of met visgraatmotief.
Drie gelijkaardige panden van telkens vier bouwlagen en resp. drie, vier en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). (straatgevel). Gevels in rode baksteen afgewisseld met elementen in blauwe hardsteen, waaronder sokkel. Toegang via twee voorplaatsen. Verdiepte ingangen onder afdaken, ingeschreven tussen smalle uitspringende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sommige borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voorzien van metselwerk in dambordpatroon of met visgraatmotief.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 9544 (1923), 10076 (1926).
Tijdschriften
"La Société d'habitations à bon marché de Saint-Josse-ten-Noode" in L'Habitation à Bon Marché, 2, 1925, pp. 21-27.