Voormalige persoonlijke woning van architect Jean-Pierre Cluysenaar
Kunstlaan 10-11
Liefdadigheidsstraat 34
Typologie(ën)
architectenwoning
kantoorgebouw
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Fritz SEELDRAYERS – architect – 1935
Jean-Pierre CLUYSENAAR – architect – 1841
J. CARBALLO – architect – 1993
Stijlen
Neorenaissance
Postmodernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10899
Beschrijving
Gevel, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en twee salons van de voormalige persoonlijke woning van arch. J.-P. CLUYSENAAR beschermd bij K.B. van 24.08.1992. Heden deel uitmakend van het kantoorgebouw van de "Schweiz House Assurance Cie", dat gebouwd werd in 1993 n.o.v. arch. J. CARBALLO van het architectenbureau H. GILSON.
Oorspronkelijk gebouw bestaande uit twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. huizen in neoclassicistische stijl met elementen uit de Italiaanse renaissance, n.o.v. arch. J.-P. CLUYSENAAR (1841), waarvoor bouwaanvraag van 1846.
Bepleisterde en beschilderde gevels op arduinen plint met drie bouwlagen van afnemende grootte en in totaal zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen).
Gevelopstand van nr. 11 heropgebouwd arch. F. SEELDRAYERS (1935): vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd en verdeeld door een opeenvolging van drie klassieke pilasterordes. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met paneeldecoratie, op begane grond in blauwe hardsteen, een op bel-etage onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. bogenrij, in laatste twee bouwlagen onder een doorlopend entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op lekdrempels met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) grote smeedijzeren deur met rankenversiering. Verdiepingen met rechthoekige of rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., in tweede bouwlaag rijkelijk gedecoreerd met o.a. timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëfs waarop putti staan afgebeeld, zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. met rozetmotief, muurdammen en omlijstingen met paneeldecoratie en festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden.; in laatste bouwlaag onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Aanpassing van het pand aan nieuwe commerciële bestemming in 1935 i.o.v. Sogemo, door arch. F. SEELDRAYERS. Het pand kreeg een nieuwe pleisterlaag waardoor een groot deel van de stucdecoratie onherroepelijk verloren ging, de putti op de timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. werden vervangen door bloemenkorven, de begane grond werd links voorzien van een winkelpui, de salon en eetzaal veranderden in lokettenzaal en bureaus.
De eveneens verbouwde achtergevel (Liefdadigheidsstraat nr. 34) kreeg rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. en art-decoglasramen boven de tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt..
In 1956 uitbreiding met twee linkertraveeën (nr. 10) n.o.v. arch. F. DE MONTIGNY i.o.v. "Lloyds belge": eerste bouwlaag met vitrine, derde bouwlaag volledig verbouwd, toevoeging van vierde bouwlaag met traveeverdeling door vlakke pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waartussen verdiepte rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., plat dak richting Liefdadigheidsstraat.
In 1958 bouw van een atelier n.o.v. arch. L. SMETS.
Architectenbureau H. GILSON stelde in 1988 een project voor om een nieuw kantorencomplex op de plaats van het pand te bouwen. Dit werd echter tegengehouden door de inwerkingstelling van de beschermingsprocedure voor het aandeel van J.-P. CLUYSENAAR. Een eerste aangepast ontwerp uit 1989 werd vervangen door dat van 1993. Hierbij werden de eerste twee bouwlagen geïntegreerd in de nieuwe gevel en de hal en twee salons van de bel-etage bewaard.
Heden monumentale en toneelmatige postmoderne gevel die weinig rekening houdt met de oorspronkelijke opstand.
Oorspronkelijk gebouw bestaande uit twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. huizen in neoclassicistische stijl met elementen uit de Italiaanse renaissance, n.o.v. arch. J.-P. CLUYSENAAR (1841), waarvoor bouwaanvraag van 1846.
Bepleisterde en beschilderde gevels op arduinen plint met drie bouwlagen van afnemende grootte en in totaal zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen).
Gevelopstand van nr. 11 heropgebouwd arch. F. SEELDRAYERS (1935): vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd en verdeeld door een opeenvolging van drie klassieke pilasterordes. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met paneeldecoratie, op begane grond in blauwe hardsteen, een op bel-etage onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. bogenrij, in laatste twee bouwlagen onder een doorlopend entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op lekdrempels met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., in derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) grote smeedijzeren deur met rankenversiering. Verdiepingen met rechthoekige of rondbogige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., in tweede bouwlaag rijkelijk gedecoreerd met o.a. timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met bas-reliëfs waarop putti staan afgebeeld, zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. met rozetmotief, muurdammen en omlijstingen met paneeldecoratie en festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden.; in laatste bouwlaag onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..
Aanpassing van het pand aan nieuwe commerciële bestemming in 1935 i.o.v. Sogemo, door arch. F. SEELDRAYERS. Het pand kreeg een nieuwe pleisterlaag waardoor een groot deel van de stucdecoratie onherroepelijk verloren ging, de putti op de timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. werden vervangen door bloemenkorven, de begane grond werd links voorzien van een winkelpui, de salon en eetzaal veranderden in lokettenzaal en bureaus.
De eveneens verbouwde achtergevel (Liefdadigheidsstraat nr. 34) kreeg rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met houten kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. en art-decoglasramen boven de tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt..
In 1956 uitbreiding met twee linkertraveeën (nr. 10) n.o.v. arch. F. DE MONTIGNY i.o.v. "Lloyds belge": eerste bouwlaag met vitrine, derde bouwlaag volledig verbouwd, toevoeging van vierde bouwlaag met traveeverdeling door vlakke pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waartussen verdiepte rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., plat dak richting Liefdadigheidsstraat.
In 1958 bouw van een atelier n.o.v. arch. L. SMETS.
Architectenbureau H. GILSON stelde in 1988 een project voor om een nieuw kantorencomplex op de plaats van het pand te bouwen. Dit werd echter tegengehouden door de inwerkingstelling van de beschermingsprocedure voor het aandeel van J.-P. CLUYSENAAR. Een eerste aangepast ontwerp uit 1989 werd vervangen door dat van 1993. Hierbij werden de eerste twee bouwlagen geïntegreerd in de nieuwe gevel en de hal en twee salons van de bel-etage bewaard.
Heden monumentale en toneelmatige postmoderne gevel die weinig rekening houdt met de oorspronkelijke opstand.
Interieur: rechte trap met bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap.; overloop van eerste verdieping met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en dubbele bogenrij op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. Ionische zuilen; gelijkaardige opstelling in trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., zij het met blindbogen op gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. halfpilasters; in zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. plaasteren bustes naar Romeinse voorbeelden, toegeschreven aan beeldhouwer E. MÉLOT; gecompartimenteerde plafonds met op doek gemaroufleerde schilderingen met rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk.. Salons met cassettenplafond voorzien van verguld lijstwerk en beschilderd met neo-Italiaanse renaissancedecoratie waaronder putti, rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. en vruchten; parketvloeren met geometrische motieven; marmeren schouwen.
De brand in 1993 bracht zware schade toe aan het interieur en maakte een restauratie noodzakelijk. De ontdekking van plafondschilderingen met figuratieve voorstellingen onder de verschillende plaaster- en verflagen leidde tot een poging tot reconstructie, evenals van het polychrome pleisterwerk en behangpapier, o.l.v. het atelier van J.F.
THEYSKENS.
Bescherming 11.09.1992.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 28 (1846), 12527 (1935), 17400 (1989).
Publicaties en studies
Bezwaarschrift tegen de afbraak van de woning gelegen Brussel, 11 Kunstlaan, Sint-Lukas Archief, 1989.
CASTERMANS, A., Parallèle des maisons de Bruxelles et des principales villes de la Belgique, construites depuis 1830 jusqu'à nos jours, représentées en plans, élévations, coupes & détails intérieurs et extérieurs, mesurées et dessinées par Auguste Castermans, architecte, E. Noblet, Luik, s.d.
CLUYSENAAR, F., Une famille d'artistes. Les Cluysenaar, M. Weissenbruch, Brussel, 1928..
SCHAYES, A.G.B., Histoire de l'architecture en Belgique, depuis les temps les plus reculés jusqu'à l'époque actuelle, Brussel, 1852-1853.
GASJ/DS/OW 28 (1846), 12527 (1935), 17400 (1989).
Publicaties en studies
Bezwaarschrift tegen de afbraak van de woning gelegen Brussel, 11 Kunstlaan, Sint-Lukas Archief, 1989.
CASTERMANS, A., Parallèle des maisons de Bruxelles et des principales villes de la Belgique, construites depuis 1830 jusqu'à nos jours, représentées en plans, élévations, coupes & détails intérieurs et extérieurs, mesurées et dessinées par Auguste Castermans, architecte, E. Noblet, Luik, s.d.
CLUYSENAAR, F., Une famille d'artistes. Les Cluysenaar, M. Weissenbruch, Brussel, 1928..
SCHAYES, A.G.B., Histoire de l'architecture en Belgique, depuis les temps les plus reculés jusqu'à l'époque actuelle, Brussel, 1852-1853.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid