Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Fernand SYMONSarchitect1901

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 3399
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. huizen met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Fernand Symons, 1901.

Bepleisterde gevels met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en hardstenen elementen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. telkens met balkon in tweede bouwlaag. SteigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. in verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Verschillende gevelcomposities. Oorspronkelijke toegangsdeuren. Nr. 96 (1965) en nr. 98 (1969) met garagepoort.

Nr. 94. Deur onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder geprofileerde steekbogenBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster..

Nr. 96. RondboogvormigBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. tweelichtTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. als impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. als aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. uitgewerkt. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). achter PVC.

Nr. 98. ImpostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. gevat in aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning..

Bronnen

Archieven
GASG/DS 94 : 112 (1901) ; 96 : 36 (1965) ; 98 : 31 (1969).