Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Édouard PELSENEER – architect – 1898
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Ensemble van twee identieke huizen in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., volgens spiegelbeeldschema, n.o.v. arch. Édouard Pelseneer, 1898.
Bepleisterde gevels met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Muuropeningen per bouwlaag verschillend. Op benedenverdieping rechthoekig deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; souterrainvenster en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in doorlopende omlijsting met hoekblokken onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Balkon met wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art-nouveaustijl. Mansarde met twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; op nr. 82 vervangen door daklichten.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 1542 (1898).