Typologie(ën)
café/brasserie/taverne
Ontwerper(s)
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Ensemble van drie huizen in neoclassicistische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., 1875.
Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... deels bewaard op verdiepingen.
Nr. 1a. Café op benedenverdieping n.o.v. arch. Pierre Meewis, 1906, maar gerenoveerd in art-decostijl door arch. Albert Roscam (1933) en sindsdien bekend als Le Laboureur. Houten pui met inspringende dubbele toegang met bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. waarop naam van café in mozaïek. Interieur met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … onder schilderingen met dierenscènes, gesigneerd ‘K. Hopps'. Acherin de ruimte, boven de bar, glas-in-loodraam met afbeelding van ploeger. Radiatorkasten en parket bewaard.
Nr. 1b. Handelsruimte sinds 1900, maar vergroot door voorpui om plaats te bieden aan café À l'Épervier (1926). Metalen beglaasde luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. versierd met rozetten; centraal erboven smeedijzeren versiering met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. waarin sperwermotief (verdwenen). Pui omlijst door marmer in witgeaderd oud zwart, en opgebouwd uit centrale deur onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. tussen gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., geflankeerd door vitrines. Café naderhand La Ruche genoemd en omgevormd tot nachtclub. Sinds eind jaren 1990 theesalon met dezelfde naam.
Interieur bestaat uit een opeenvolging van drie grote ruimtes in enfilade; twee laatste zenitaal verlicht. Fraai houten meubilair bewaard: lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, deuromlijstingen en tapkast met inscriptie op metalen plaat ‘Henri Houbaer / Entrepreneur / 104 av. de Jette'. Achteraan groot glasraam in gele en bruine tinten met voorstelling van landelijke landschap met zittende vrouw bij bijenkorf en gesigneerd ‘Fr(ançois). Maes – Jette'.
Nr. 1c. Benedenverdieping voorzien van luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in 1906, maar nu verdwenen. Staat in verbinding met nr. 1d-3 sinds 1948. Benedenverdieping wordt momenteel verbouwd.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 2738 (1875), 1a: 4, 124 (1906), 48, 109 (1933), 1b: 2001 (1900), 197 (1926), 21 (1926); 1c: 231 (1906),– (1948).