Typologie(ën)

burgerwoning
manufactuur

Ontwerper(s)

Clément DEGRAEVEarchitect1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22365
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in eclectische stijl, gesigneerd en gedateerd aan het rechteruiteinde van de sokkel “Clt Degraeve / ARCHITECTE / 1910”.

Samen met het huis werd aan de achterkant van het perceel een grote werkplaats gebouwd bestemd voor een sigarettenfabriek.

Opstand van twee bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in crèmekleurige baksteen met hardstenen en witstenen elementen. Op de linkertravee, inrijpoort en toegangsdeur geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. DrielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. achter een balkon op de verdieping. Klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. Rechtertravee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. en met toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. en pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. op de benedenverdieping. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., opengewerkt met drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en bekroond door een terras voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister).. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling. Oorspronkelijke gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Bronnen

Archieven
GAS/DS 244-24.

Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, 1911, jg. 3, pl. 122.