Typologie(ën)

herenhuis
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Alfred LECLOUXarchitect1898

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 augustus 1988

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 23320
lees meer

Beschrijving

Geheel in eclectische stijl bestaande uit een herenhuis en een huis met commerciële benedenverdieping, ontworpen in 1898 door architect Alf. Lecloux ter vervanging van neoclassicistische huizen van vóór 1836.

Deze huizen maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 326 tot nr. 332.

Opstanden van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevels in witsteen en hardsteen.

Op nr. 328, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de laatste breder, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en bekroond door een hoog tentdak met dakterras en een borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Muuropeningen met pilastervormige stijlen, in de eerste bouwlaag met latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., in de volgende onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.; korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. in de laatste bouwlaag. Deur op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. BalustradesHekwerk van spijlen of balusters. op de eerste verdieping. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met hoekzuiltjes, onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. doorbroken door een terras met smeedijzeren traliewerk. Mansarde achter een attiekbalustrade doorbroken door twee stenen dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gewelfd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., stenen dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met twee registersVensterstrook in een topgevel., versierd met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder een topstuk in de vorm van een vaas of een pijnappel; twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in het eerste registerVensterstrook in een topgevel., boogvormig Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in het tweede. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.
Lang achterliggend bijgebouw uit 1932-1933.

Op nr. 330, opstand van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Korfboogvormige pui op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op de eerste verdieping, oorspronkelijk achter een balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met pilastervormige stijlen en onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. op de tweede verdieping. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. als serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  in de eerste twee bouwlagen en bekronende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de tweede verdieping.

Nr. 328: bescherming 08.08.1988

Bronnen

Archieven
GAS/DS 236-328-330.