Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20443
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. in eclectische stijl vermengd met art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., 1911.

Vier bouwlagen in geelgekleurde baksteen met elementen in crèmekleurige baksteen en hardsteen. Hogere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. die moest worden bekroond door een spits dak met holronde vlakken. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de eerste twee verdiepingen, en een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met houten stijlen onder een stenen latei en gevat in een rondboogvormige muuropening in de laatste bouwlaag. Op de verdiepingen, balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Sgraffiti met plantenmotieven op sommige borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en op een timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. boven aan de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Opmerkelijk plan en ruimte-indeling gezien het gebouw op een langwerpig perceel staat. Het werd al meteen voorzien van een imposante aanbouw over de hele lengte van het perceel. Zo worden in elke bouwlaag de salon en de eetkamer in het hoofdvolume aangevuld met een reeks van opeenvolgende kamers die aan de oostzijde verlicht worden; de kamers in de lagere bouwlagen monden uit in terrassen. Oorspronkelijk, terrassen met houten borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., in de middelste bouwlagen gedeeltelijk overdekt door een dak op een arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. in hetzelfde materiaal.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 126-35.