Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
Maurice CHENOT – architect – 1933
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20526
Beschrijving
Opbrengsthuis in art-decostijl, n.o.v. architect Maurice Chenot, 1933. Geeft toegang tot een groot perceel binnen het huizenblok dat wordt ingenomen door de gebouwen van een voormalige elektrische zagerij die er van 1925 tot 1958 was gevestigd.
Gevel in bruingekleurde baksteen met hardstenen elementen. Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); smallere centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen. Links, inrijpoort met afgeschuinde hoeken. Toegangsdeur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de meeste met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Centraal afgeschuind vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op de zijtraveeën in de laatste bouwlaag, rechthoekige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op trapezoïdale druiper. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard, met glas-in-loodramen versierd met motieven van volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en Amerikaans glas.
Gevel in bruingekleurde baksteen met hardstenen elementen. Drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); smallere centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen. Links, inrijpoort met afgeschuinde hoeken. Toegangsdeur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de meeste met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Centraal afgeschuind vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op de zijtraveeën in de laatste bouwlaag, rechthoekige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op trapezoïdale druiper. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard, met glas-in-loodramen versierd met motieven van volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en Amerikaans glas.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 25-120.
GAS/DS 25-120.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid