Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Georges LECLERCQ – architect – 1937
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2025
id
Urban : 41839
Beschrijving
Modernistisch
appartementsgebouw naar een ontwerp van architect Georges Leclercq uit 1937,
rechts gesigneerd op plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..
Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Hardstenen gevel, thans beschilderd met uitzondering van plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in geelgekleurde baksteen. Brede inkompartij gevormd door portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.; entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. gedragen door twee gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. bekroond door twee bolvormige lantaarns1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. ter hoogte van het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… deur.
Verdiepingen als brede, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. oplopend tot kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bandramen gescheiden door betonnen colonette met goudkleurige mozaïekversiering.
Waardestelling
Historische waarde
De woning is representatief voor de modale appartementsarchitectuur uit het einde van de jaren 1930 met een modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. inslag, dat tevens kadert in de ontwikkeling van de bebouwing in omliggende straten waardoor ze over een contextuele waardeDe contextuele waarde van een goed hangt af van de manier waarop het met zijn onmiddellijke omgeving in relatie treedt vanuit: - stedenbouwkundig: het markeert een hoek of een perspectiefgezicht, of wordt een baken in het landschap dankzij zijn sterke aanwezigheid (zijn inplanting, zijn opmerkelijke volumetrie); - landschappelijk: het goed dankt zijn landschappelijke kwaliteiten aan zijn bijzondere ligging, of aan de manier waarop de verschillende volumes waaruit het bestaat zijn ingedeeld of ingeplant zijn in het landschap; - esthetisch: het goed onderscheidt zich door de kwaliteit van zijn integratie in of aanhechting aan het stedelijke landschap of het residentiële weefsel; het draagt bij tot een algemeen visueel harmonieus effect van de buurt en tot een aantrekkelijke leefomgeving; - sociaal: een geheel van sociale woningen, een industrieel complex, enz.; - historisch: een oude dorpskern (de eerste gebouwen in een gemeente), eigendommen die vanaf het begin ontworpen zijn als onderdeel van een stedenbouwkundig concept (bijvoorbeeld de burgerwoningen rond het Elisabethpark of het park van Vorst). beschikt (zie straatnotitie). De woning is representatief voor het werk van de lokaal verankerde architect Georges Leclercq.
Artistieke waarde
De woning is representatief voor de productie van bescheiden art deco appartementsgebouwen uit de jaren 1930.
Esthetische waarde
Het is een goed met contextuele waarde omwille van de bijdrage aan het coherent visuele effect in de straat die grotendeels bestaat uit bebouwing uit de tweede helft van de jaren 1930 in dezelfde stijl en typologie en waar de architect met verschillende bouwwerken aan heeft bijgedragen.
Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. van vier bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Hardstenen gevel, thans beschilderd met uitzondering van plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in geelgekleurde baksteen. Brede inkompartij gevormd door portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.; entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. gedragen door twee gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. bekroond door twee bolvormige lantaarns1. Bovenste, opengewerkte bekroning van een dakkoepel of toren; schrijlings op nok van een dak gelegen wordt het dakruiter genoemd. - 2. Lichtbron met glazen ruiten. ter hoogte van het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… deur.
Verdiepingen als brede, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. oplopend tot kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bandramen gescheiden door betonnen colonette met goudkleurige mozaïekversiering.
Waardestelling
Historische waarde
De woning is representatief voor de modale appartementsarchitectuur uit het einde van de jaren 1930 met een modernistischeInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. inslag, dat tevens kadert in de ontwikkeling van de bebouwing in omliggende straten waardoor ze over een contextuele waardeDe contextuele waarde van een goed hangt af van de manier waarop het met zijn onmiddellijke omgeving in relatie treedt vanuit: - stedenbouwkundig: het markeert een hoek of een perspectiefgezicht, of wordt een baken in het landschap dankzij zijn sterke aanwezigheid (zijn inplanting, zijn opmerkelijke volumetrie); - landschappelijk: het goed dankt zijn landschappelijke kwaliteiten aan zijn bijzondere ligging, of aan de manier waarop de verschillende volumes waaruit het bestaat zijn ingedeeld of ingeplant zijn in het landschap; - esthetisch: het goed onderscheidt zich door de kwaliteit van zijn integratie in of aanhechting aan het stedelijke landschap of het residentiële weefsel; het draagt bij tot een algemeen visueel harmonieus effect van de buurt en tot een aantrekkelijke leefomgeving; - sociaal: een geheel van sociale woningen, een industrieel complex, enz.; - historisch: een oude dorpskern (de eerste gebouwen in een gemeente), eigendommen die vanaf het begin ontworpen zijn als onderdeel van een stedenbouwkundig concept (bijvoorbeeld de burgerwoningen rond het Elisabethpark of het park van Vorst). beschikt (zie straatnotitie). De woning is representatief voor het werk van de lokaal verankerde architect Georges Leclercq.
Artistieke waarde
De woning is representatief voor de productie van bescheiden art deco appartementsgebouwen uit de jaren 1930.
Esthetische waarde
Het is een goed met contextuele waarde omwille van de bijdrage aan het coherent visuele effect in de straat die grotendeels bestaat uit bebouwing uit de tweede helft van de jaren 1930 in dezelfde stijl en typologie en waar de architect met verschillende bouwwerken aan heeft bijgedragen.
Bronnen
Archieven
GAE/DS (1937).