Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Georges LECLERCQarchitect1937

François ROOSarchitect1937

Stijlen

Pakketbootstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2015

id

Urban : 23554
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de A. Buyllaan, monumentaal standingvol appartementsgebouw met art-deco-invloed (pakketbootstijl), ontworpen door architect-aannemer Georges Leclercq, voor eigen rekening, en in samenwerking met architect François Roos, 1937.

Imposante, grotendeels bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. bakstenen gevel op hardstenen sokkel. Dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en negen bouwlagen; de laatste bouwlaag neemt de breedte van de opstand slechts gedeeltelijk in, want ze wordt geflankeerd door terrassen onder pergola's en afgesloten door metalen buisrelingen. Deze laatste bouwlaag wordt bekroond door een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met œil-de-bœuf, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk..
Aan weerszijden van de gevel worden de vier zijtraveeën beklemtoond door gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met afgeronde hoeken, tot aan de zevende bouwlaag. Op de drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), doorlopende  balkons met sobere metalen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; op de benedenverdieping bevindt zich de portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. van de hoofdingang. De vijfde en negende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 49-101-103.