Typologie(ën)

opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Hubert MARCQarchitect1898

Stijlen

Neogotiek
Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14039
lees meer

Beschrijving

Twee huizen, oorspronkelijk deel uitmakend van een ensemble van vier woonhuizen met neogotische elementen n.o.v. arch. Hubert MARCQ, 1898. (Nr. 55 en 57 gaan heden schuil achter de gevel van een grootwarenhuis).

Omvatten telkens drie bouwlagen + entresol en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Vanaf de tweede bouwlaag bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel, geaccentueerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). op kraagstenen, uitlopend op de consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Verbouwde begane grond. Entresol met originele houten kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat.. In de tweede en derde bouwlaag rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met originele kruiskozijnen; venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. derde bouwlaag gevat in een accoladeboogBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen. onder boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. op kraagstenen, paneelversiering op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met geprofileerde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met stervulling. DakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. opgevat als tweelicht, bekroond door puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met arduinen schouderstukken, latei, aandak en middenstijl met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 8518 (1898).