Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19995
lees meer

Beschrijving

Twee burgerhuizen achter gemeenschappelijke symmetrische neoclassicistische gevel, 1873.

Gevel met drie bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (nr. 9: eerste twee, nr. 8: laatste drie traveeën). Benedenverdieping met muuropeningen tussen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en centrale rondboogvormige koetspoort. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen met zware platte omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Doorlopend  balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. tussen Dorische halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt. op eerste verdieping, tussen geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met balkon op tweede verdieping en geheel onder zwaar frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels bewaard.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 260-8-9.