Eugène Cattoirstraat

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Eugène Cattoirstraat is een korte straat in het verlengde van de Zomerstraat; ze verbindt de Lentestraat met de Generaal Jacqueslaan.

Ze werd geopend in het kader van de Prolongement de la rue de l'Été jusqu'au boulevard Militaire (de huidige Generaal Jacqueslaan), ontworpen door inspecteur van de wegen Victor Besme en goedgekeurd bij K.B. van 17.02.1896.

Ze is een eerbetoon aan Jacques Eugène Cattoir (Elsene, 1821 – 1906), gemeenteraadslid van 1880 tot 1896. Hij zette zich ook in voor de bescherming van de minderbedeelden via zijn werk binnen het Bureau de Bienfaisance en de burgerlijke armenhuizen, alsook via zijn medewerking aan de oprichting van de crèche-kleuterschool en van maatschappijen van onderlinge bijstand.

De straat werd van 1897 tot 1914 bebouwd met burgerhuizen in eclectische stijl (zoals nr. 8, 1900), waarvan de meeste talrijke wijzigingen ondergingen. In de straat vallen vooral twee totaal verschillende gebouwen op. Nr. 14-16, 11 en 13 (verbonden door een ondergrondse doorgang) worden ingenomen door de Établissements Mouchart et Fils (zie deze nummers). De firma werd in 1897 gesticht door Arthur Mouchart, die zich specialiseerde in de invoer van kwaliteitswijnen en de productie van sterkedrank. De firma was vroeger in de Sans Soucistraat gevestigd maar verhuisde in de jaren 1930 naar de Eugène Cattoirstraat, in oudere lokalen die toen al voor de alcoholhandel waren bestemd (op nr. 11 en 13: Bières, vins et spiritueux Émile Vandenperre, ca. 1910; op nr. 14-16: Vins Félix Huygens, 1899). De zoon van Arthur Mouchart, René, breidde de activiteiten van het familiebedrijf nadien uit tot de invoer van kwaliteitswijnen in vaten die in de kelders rijpten en door het huis zelf werden gebotteld. Sinds de jaren 1990 worden de wijnen gebotteld ingevoerd. De enorme wijnvaten van 22.000 liter zijn nog louter decoratief.

Een tweede gebouw heeft een sterke visuele en stedenbouwkundige impact op de straat: het klooster van de Priesters van het Heilig Hart van Jezus (zie nr. 18a-18b-18c), naast een kleine kapel en een vormingscentrum voor jonge priesters. Achteraan werd een grote tuin aangelegd, langs de Lentestraat.