Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Albert HUVENNEarchitect1912

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2007

id

Urban : 16910
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in eclectische stijl met art-nouveauinslag, n.o.v. arch. Albert Huvenne, 1912.

Vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in geëmailleerde beige en bruine baksteen. Muuropeningen onder gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. of steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster.. Op benedenverdieping uitstalramen in uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) opengewerkt als portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). met afgeronde uitstalramen naar winkeldeuren en centrale deur naar verdiepingen. In tweede en derde bouwlaag op laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met balkon. In hoogste bouwlaag doorlopend  balkon onder loggiavormende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak en een centrale, bredere dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling en rolluikkasten op benedenverdieping. IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. met opengewerkte metalen toegangsdeur eveneens bewaard.

Interieur. Per verdieping twee appartementen bereikbaar via een centrale trap.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 241-15-17.