Ravensteingalerij
Ravensteingalerij 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79
Kantersteen 3, 5, 7, 9
Ravensteinstraat 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 24
Typologie(ën)
winkelgalerij
Ontwerper(s)
Alexis DUMONT – architect – 1954-1958
Philippe DUMONT – architect – 1954-1958
Stijlen
Internationale Stijl
Inventaris(sen)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
- Inventaris van engineering erfgoed (2011)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30692
Beschrijving
Winkelgalerij in
Internationale StijlIn de internationale stijl primeert het functionele op de vorm. Dit komt tot uiting in een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. De term internationale stijl duidt eerder het na-oorlogs modernisme aan., naar ontwerp van architecten Alexis en Philippe Dumont,
gebouwd in 1954-1958 door «L’immobilière Electrobel». Verbinding tussen
Kantersteen (nr. 3-9) en Ravensteinstraat (nr. 6- 24). Het complex omvat de
galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. met oorspronkelijk 81 winkels, omgord door een kantoorgebouw met vier
verdiepingen, bovenop een ondergrondse parkeergarage met dubbel niveau. De
winkelgalerij zelf bestaat uit een rechtlijnige westelijke arm met voorportaal
aan de Kantersteen, en een wijdse rotonde met voorportaal aan de Ravensteinstraat.
De rotonde, met drie niveaus en trappencomplexen, overbrugt het hoogteverschil
van 10 meter tussen beide straten. De Ravensteingalerij volgt de traditie van
de grote overdekte passages uit de 19e eeuw, met een belangrijke
functie in het voetgangersverkeer. In dit geval als schakel in de verbinding
tussen beneden- en bovenstad, rechtstreeks aansluitend op het Centraal Station.
Een gelijkaardige galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. kwam reeds voor in het project «Municipal
Developments Limited» voor dit bouwblok, door architect Victor Horta van
1928-1929 (zie Ravensteinstraat).
Gevels. Westgevel (Kantersteen) van zes bouwlagen, bekleed met Travertijn en natuursteen. Nadrukkelijk horizontale geleding, doorbroken door het monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. galerijportaal met luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op zwart marmeren pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Gebeeldhouwde reliëfs onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Langgerekte, gebogen oostgevel van drie bouwlagen, bekleed met natuursteen. Geaccentueerde verticale travee-indeling en soberder portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule)..
GalerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden.. Rechtlijnige westelijke arm met voorportaal en twintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sobere repeterende opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., aaneenschakeling van rechthoekige beglaasde winkelpuien annex entresolramen en kantoorportalen, bekleed met Travertijn. Karakteristieke kleurstelling met zwart-witte bevloering en blauwgeschilderd, gedrukt tongewelf van beton en glasstenen. In het voorportaal markante plafondschildering met voorstelling van windroos en sterrenbeelden met opschriften «ALDEBARAN», «ANDROMEDE», «ANTINOUS», «CASSIOPEE», «CASTOR-POLlux», «LA CHEVELURE DE BERENICE», beschenen door kelkvormige wandluchters ; voorts twee monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. taferelen met voorstelling van de elementen, door A.J. Baltus, in het voorportaal. Wijdse rotonde omringd door twee galerijenOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden., een dubbele trap en elf kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Bekroond door een beglaasde attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met goudgeschilderde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., dragers van het imposante koepelgewelf, eveneens van beton en glasstenen. Meerkleurige mozaïekbevloering, voorts zelfde opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., materiaal- en kleurgebruik als in de westelijke arm. Centraal uitgespaard, cirkelvormig waterbekken met ingelegde palmtakken en ceramieken fontein «Ontvoering van Europa» door J.-M. Strebelle. Gesitueerd op de plaats van de «Groote Pollepel», een gotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. waterput uit de 15e eeuw, die werd verplaatst naar het Egmontpark (zie Kleine Zavel nr. 8). Plafondschildering met voorstelling van Apollo door A.J. Baltus, op gele fond, in het voorportaal. Verzorgde detailuitvoering in typische jaren 1950- stijl, onder meer metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., deurklinken, trapleuningen en balustradesHekwerk van spijlen of balusters..
Gevels. Westgevel (Kantersteen) van zes bouwlagen, bekleed met Travertijn en natuursteen. Nadrukkelijk horizontale geleding, doorbroken door het monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. galerijportaal met luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op zwart marmeren pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Gebeeldhouwde reliëfs onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Langgerekte, gebogen oostgevel van drie bouwlagen, bekleed met natuursteen. Geaccentueerde verticale travee-indeling en soberder portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule)..
GalerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden.. Rechtlijnige westelijke arm met voorportaal en twintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Sobere repeterende opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., aaneenschakeling van rechthoekige beglaasde winkelpuien annex entresolramen en kantoorportalen, bekleed met Travertijn. Karakteristieke kleurstelling met zwart-witte bevloering en blauwgeschilderd, gedrukt tongewelf van beton en glasstenen. In het voorportaal markante plafondschildering met voorstelling van windroos en sterrenbeelden met opschriften «ALDEBARAN», «ANDROMEDE», «ANTINOUS», «CASSIOPEE», «CASTOR-POLlux», «LA CHEVELURE DE BERENICE», beschenen door kelkvormige wandluchters ; voorts twee monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. taferelen met voorstelling van de elementen, door A.J. Baltus, in het voorportaal. Wijdse rotonde omringd door twee galerijenOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden., een dubbele trap en elf kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Bekroond door een beglaasde attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met goudgeschilderde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., dragers van het imposante koepelgewelf, eveneens van beton en glasstenen. Meerkleurige mozaïekbevloering, voorts zelfde opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., materiaal- en kleurgebruik als in de westelijke arm. Centraal uitgespaard, cirkelvormig waterbekken met ingelegde palmtakken en ceramieken fontein «Ontvoering van Europa» door J.-M. Strebelle. Gesitueerd op de plaats van de «Groote Pollepel», een gotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. waterput uit de 15e eeuw, die werd verplaatst naar het Egmontpark (zie Kleine Zavel nr. 8). Plafondschildering met voorstelling van Apollo door A.J. Baltus, op gele fond, in het voorportaal. Verzorgde detailuitvoering in typische jaren 1950- stijl, onder meer metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., deurklinken, trapleuningen en balustradesHekwerk van spijlen of balusters..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 67548 (1954-1958).