Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

H. MEGANCK1850-1852

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 november 2001

Stijlen

Neoclassicisme
Neorenaissance
Neobarok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31576
lees meer

Beschrijving

Kerk van het jezuïetencollege, voorheen zogenaamd «Collège Saint-Michel», heden Sint-Jan Berchmanscollege (zie Ursulinenstraat nr. 4).

De aanwezigheid van de jezuïeten te Brussel klimt op tot 1586. Vestiging in het voormalige Hof van Grimberghe aan de Ruisbroekstraat in 1589, dat tegen het begin van de 17e eeuw werd uitgebreid tot vrijwel het gehele bouwblok met de Guldenstraat, Strostraat en Rollebeekstraat. Oprichting van het college in 1604, bouw van de kerk in 1606-1627/1660 naar ontwerp van architect Jacques Franquart. Opgeheven in 1773 (zie ook Lebeaustraat). Terugkeer van de jezuïeten te Brussel in 1833. Oprichting van het «Collège Saint-Michel» in het voormalige «Hotel van Hoorn» aan de Ursulinenstraat in 1835. Eerstesteenlegging van de huidige kerk in 1850, ingewijd in 1852. Afbraak van de oude collegegebouwen en aanpassing van de kerk vanaf 1908; bouw van nieuwe schoolgebouwen in 1909-1914.

Koepelkerk in neoclassicistische stijl met neo-Italiaanse-renaissance-invloed, ontworpen door architect pater H. Meganck S.J., van 1850-1852. Niet gedateerde voorontwerpen voor een
monumentaler uitgewerkte westgevel. Koorpartij gesloopt in 1908, waarbij het hoofdaltaar werd vooruitgeschoven. Kerkinterieur gemoderniseerd naar ontwerp van architect Marc Dessauvage in 1963.

De plattegrond ontvouwt een centrale aanleg ingeschreven in een vierkant, met oorspronkelijk respectievelijk portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). en zij-altaren in de hoeken; oorspronkelijk rechthoekige koorpartij met ruime tribunes voor leerlingen, onder lantaarnkoepels.

Westgevel van één bouwlaag met middenpartij uitlopend op een driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Opgetrokken uit baksteen, oorspronkelijk bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. doch gedecapeerd, met verwerking van arduin voor plint, kordons en omlijstingen. Strakke gevelcompositie met drie duidelijke verticale geledingen door midden- en hoekrisalieten met markerende Toscaanse pilasters. Horizontale belijning door de hoge plint en het gekorniste entablement met attiekbekroning. Weinig gemarkeerde, geriemde deuromlijstingen in de risalieten. Gedichte hoofdingang met driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., en rondboognissen met sokkel in de tussenliggende velden, omschreven door geprofileerde booglijsten op imposten en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Voorheen
octogonale lantaarntorentjes boven de zijportalen. Ronde bakstenen koepeltrommel door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). in acht velden verdeeld, telkens met rondboogvenster, afgewerkt met een gekorniste kroonlijst boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. ; koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met acht ribben en koperen bekleding. Octogonale lantaarntoren met overhoekse pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop entablement, rondboogvensters, ingesnoerde helm en bekronende bol en kruis.

Ursulinenstraat 4. Sint-Jan Berchmanscollege. Sint-Michielskerk, gevel Priemstraat (foto 1980).

Interieur met neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). stucbekleding uitgevoerd door beeldhouwer R Puyenbroeck en ornamenteur Delbove in de koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. Rotonde met acht vrijstaande Ionische zuilen waarop klassiek
entablement met engelenhoofden en wijnranken in de friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. Trommel met Corinthische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., geopend door rondboogvensters in omlijsting met pseudofronton, voluutsleutel en -consoles. KoepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met acht ribben en basreliëfs met voorstelling van Onze-Lieve Vrouw, Heilige Ignatius van Loyola, Heilige Michiel, Heilige Franciscus-Xaverius en religieuze emblemen; lantaarn met IHS. Ronde omgang met tongewelf voorzien van platte kruisribben, rozetten en gordels. Eén bewaarde zijkapel met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en bovenlicht in de zuidoosthoek. Gewijzigde portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). in de westhoeken, tribunes van het doksaal met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogen erboven, doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op consoles en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuiltjes, en houten wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt.. Bevloering van zwart en wit marmer met centrale ster.
Het oorspronkelijke meubilair - onder meer neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). marmeren hoofd- en zij-altaren, eiken preekstoel en biechtstoelen - werd in 1963 verwijderd, bij de modernisering van het interieur met centrale altaaropstelling en in de wanden ingewerkte biechtstoelen. Stenen Onze-Lieve-Vrouw (16e – 17e eeuw) afkomstig van de oude jezuïtenvestiging.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 19611 (1850), 172 (1908).
Archief Jezuïeten Noordbelgische provincie Brussel, Plannen St.-Michielskerk.

Publicaties en studies
BROUWERS L., De Jezuïeten te Brussel 1586- 1773.1833, Mechelen, 1979.

Tijdschriften
Journal Beige de VArchitecture, 1853, p. 109-110, pl. XI-XIII.