Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1650-1699

G. SAINTENOY1870

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Lodewijk XV, neorococo

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32723
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in Lodewijk XV-stijl, in kern daterend uit de tweede helft 17e eeuw, oorspronkelijk slechts een benedenverdieping en één hoge verdieping onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en aandaken. Grondig verbouwd, met behoud van de stijleenheid naar ontwerp van architect architect G. Saintenoy van 1870, waarbij de begane grond 44 cm werd opgehoogd ingevolge de Zennewerken, en de eerste verdieping vermoedelijk overeenkomstig ingekort, en een tweede verdieping werd toegevoegd, met hergebruik van het oorspronkelijke hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in de nieuwe mansarde.

BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., geritmeerd door een centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en hoekpilasters; de oorspronkelijke 17
e eeuwse opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. was voorzien van een volledig hardstenen parementGevel- of muurbekleding., heden vermoedelijk nog ten dele bewaard. Verdiepingen met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting, op de derde bouwlaag met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… leuningen. Pui oorspronkelijk voorzien van een spiegelboogdeur in breed geprofileerde omlijsting met rocaillesleutel in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), en zelfde rechthoekige, in 1870 tot winkelraam verruimde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; heden volkomen verbouwd.
Gevelbeëindiging door de gelede architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met rocailleconsoles onder de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en vernieuwde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Centrale spiegelboogvormige dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., geriemde vensteromlijsting, gegroefde sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en geprofileerde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden; flankerende oeil-de- boeufs met dito sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. eindigend in voluutjes en guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. .

Bronnen

Archieven
SAB/OW 15994 (1870).

Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, III, fig. 898.