Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Beschermd sinds 27 maart 2003

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31414
lees meer

Beschrijving

Diephuis met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken..

Bepleisterde en beschilderde, barokke in- en uitzwenkende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., uit eind 17e eeuw, horizontaal geleed door kwartronde waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; patroon van doorgetrokken platbandomlijstingen die verdiepte panelen vormen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en penanten. Rechthoekige vensters met toegevoegde lekdrempels (19e eeuw); Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geaccentueerd door fronton op derde bouwlaag; balkon met gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (1916). Tweeledige geveltop; drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met hoger korfboogvenster met imposten, sluitsteen en doorgetrokken gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. boven de flankerende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; rechthoekige luik onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. erboven; bekronend, geprofileerd frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Verbouwde benedenverdieping gevoegd bij nr. 86.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 15880 (1916).

Websites
BALat KIK-IRPA