Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1860-1870

J. TIHON (FILS)architect1862

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32023
lees meer

Beschrijving

Burgerhuizen, met enkelhuisopstand van drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., uit jaren 1860; nr. 52 vermoedelijk naar ontwerp van architect J. Tihon (zoon) van 1862.

BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. lijstgevels op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., de begane grond belijnd met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en puilijst. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting, op doorgetrokken lekdrempels met breed profiel. Balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuning in de middentravee. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Nr. 48 met volledig hardstenen pui ; nr. 52 vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 6820 (1862).