Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 15928
lees meer

Beschrijving

Groot herenhuis in neoclassicistische stijl, 1869.

Drie bouwlagen en zes gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Koetspoort in toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. Voor twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Voor meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen smeedijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Hardstenen omlijstingen, op eerste verdieping met sluitsteen. Oorspronkelijke getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10149 (1869).