Typologie(ën)

universiteit
herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Valère DUMORTIERarchitect1903-1905

Daniel FRANCKENarchitect1905

Stijlen

Eclectisme
Eclectisme met pittoresk karakter

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013

id

Urban : 36940
lees meer

Beschrijving

Eclectisch geheel bestaande uit een onderzoeksgebouw (het “kasteel”), een directeurswoning (de “villa”), en stallen. Het werd in 1903-1905 gebouwd volgens de plannen van Valère Dumortier, op initiatief van de Provincie Brabant, die er het onderzoek over besmettelijke ziekten en de productie van vaccins in onder wou brengen. In tegenstelling tot de overige instituten had dit overheidsinstituut geen enkele band met de Université Libre de Bruxelles. Het lag op een privéterrein aan de zoom van het Leopoldpark.

Geschiedenis
In 1900 besliste de provincie Brabant een Institut d’Antirabique et de Bactériologie op te richten. Onder leiding van Jules Bordet kreeg de instelling in 1903 de toestemming om de naam Institut Pasteur du Brabant te dragen, hoewel dit laboratorium losstond van dat van Parijs. Al snel werd een nieuw gebouw opgetrokken, niet ver van de
Stad van de Wetenschap in het Leopoldpark, volgens plannen die architect Valère Dumortier in 1903 tekende. Het instituut werd gebouwd nabij stallen die al in 1902 waren gebouwd, en later werd ook een directeurswoning toegevoegd, in 1905.

Stoomslepersstraat 28, voormalig Louis Pasteurinstituut, voormalige directeurswoning (foto 2015).

In de jaren 1980, na vele jaren dienst, kwamen de gebouwen geleidelijk leeg te staan en verhuisde het instituut naar geschiktere gebouwen in de gemeente Ukkel. Sinds 2008 is het Louis Pasteurinstituut definitief uit het Leopoldpark verdwenen. Het gebouw werd door de Société Espace Léopold gekocht en in 2001-2002 gerenoveerd. Het huisvest thans de diplomatieke vertegenwoordiging van de Duitse deelstaat Beieren bij de Europese instellingen. Het renovatieproject, met onder meer de bouw van een glazen volume tegen het oude stalgebouw, werd geleid door de architectuurbureaus CERAU en Archi+I.

Beschrijving

Het geheel bestaat uit drie gebouwen: het hoofdgebouw, de directeurswoning of “ambtsvilla”, en de stallen waarin de paarden werden gekweekt die nodig waren om de serums aan te maken.
Het “kasteel” werd in 1903 gebouwd. Het is een lang gebouw van twee bouwlagen op een hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., alles in witsteen. De brede uitspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. op de hoofdgevel is toegankelijk via een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en wordt geflankeerd door dwarsvleugels met uitkragingen. Aan de achtergevel is een traptorentje gebouwd. Het gebouw heeft een hoog vierledig leiendak. De gladde gevels worden verfraaid door enkele decoratieve elementen: pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. tussen de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de zijvleugels, frontonsDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de toegangsdeur en de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.
De ruimtelijke indeling van de benedenverdieping is vergelijkbaar met die van de verdieping. Langs een grote centrale hal lopen twee gangen waarlangs de laboratoria liggen.

Stoomslepersstraat 28, voormalig Louis Pasteurinstituut (Collectie Dexia Bank – ARB-BHG).

De voormalige directeurswoning van het Instituut, die begin 21e eeuw met een glazen bijgebouw werd uitgebreid, is een villa in eclectische stijl met pittoresk karakter die kort na het hoofdgebouw werd gebouwd, in 1905, volgens de plannen van provinciearchitect Daniel Franck(e). De vier gevels vermengen lichtgekleurde baksteen en stenen elementen; ze zijn voorzien van drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. en worden bekroond door breed uitkragende daken. De toegang ligt achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., en een bow-window versiert de hoofdgevel. Het huis werd in 1913 in dezelfde stijl vergroot.

De stallen zijn al aangegeven op een plan voor de aanleg van de omgeving van het instituut en lijken in 1902 te zijn gebouwd; ze werden in 1927 vergroot.

Bronnen

Archieven
SAB/ Instituut Pasteur

Publicaties en studies
DEMEY, Th., Brussel, Hoofdstad van Europa, Badeaux (Guide Badeaux), Brussel, 2007, pp.408-409.

Tijdschriften
“Institut de bactériologie et d’anti-rabique”, L’Emulation, 1903, pl. 32-33.