Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

François VAN MEULECOMarchitect1922

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37797
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in art deco met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect François Van Meulecom, 1922.

Het maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij met voortuintjes, van nr.131 tot nr.143.

Asymmetrische gevel geritmeerd door kolossale bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met diepe groef. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen met verdiepte en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. vensternissen. Onderbouw met half verzonken garage. Benedenverdieping met uitspringende portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder kroonlijst en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. in het gevelvlak. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met gebogen zijvlakken onder een deel van een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. bedekt met schubvormige rode leistenen; hoger middendeel met drieledig impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak., bekroond door een terras. T-vormige drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de verdiepingen, de tweede achter een Frans balkon. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op per vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consoles recht boven de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling, als bovenlicht op de benedenverdieping en in het bovendeel van de opengaande vleugels op de verdiepingen. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag in glas-in-loodramen.

Tuinhek bewaard.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 42867 (1922).