Typologie(ën)

tuinwijk

Ontwerper(s)

Jean-Baptiste DEWINarchitect1920

Maurice SELLYarchitect1920

Paul ROBBERECHTS architect1920

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Regionalisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38517
lees meer

Beschrijving

Geheel van twintig woningen in eclectische stijl met traditionalistische invloed, in 1920 ontworpen in opdracht van de Lakense Haard door architecten Jean-Baptiste Dewin, Paul Robberechts en Maurice Selly.

De tuinwijk bestaat uit per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. halfvrijstaande woningen en neemt de noordelijke punt in van een smal bouwblok dat in het oosten wordt afgebakend door de Paul Jansonstraat, in het noorden door de Romeinsesteenweg en in het westen door een deel van die steenweg dat een doodlopende straat vormt, de Kleine Romeinsesteenweg. Dit complex, samen met het complex dat aan weerszijden van de Gustave Demanetstraat werd aangelegd in 1922 (zie nr. 29 tot 43 en 58 tot 80), vormen de eerste en enige gehelen van het tuinwijktype dat dat Lakense Haard heeft gebouwd.

Er zijn zes typen woningen, waarvan er twee werden ontworpen door Dewin en de overige door Robberechts en Selly. Woningen met kleine tuin afgesloten door een heg. Bijna alle achtergevels werden op latere datum uitgebreid met een bijgebouw. Schrijnwerk vervangen, raamwerk oorspronkelijk met roedeverdeling.

Ontwerpen van Dewin
Op nr. 2 en 4, 10 en 12, 14 en 16 Paul Jansonstraat, alsook op 341 en 343, 349 en 351, 357 en 359 Romeinsesteenweg, ontwerpen van architect Dewin, met twee typen plattegronden en opstanden.

Volgens spiegelbeeldschema gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rechthoekige woningen van één bouwlaag onder een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. van rode pannen dat in het midden van de achtergevel een afdak vormt voor de keukens. Op het voor- en achterschild, twee houten dakkappelen met vier gegroefde pilasters. In het dak, tussenmuren van uitspringende bakstenen uitmondend in schouderstukken onder bolvormig topstuk. Uitspringende daken met geprofileerde sparren. Bakstenen gevels met aan de bovenkant een bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. band. Muuropeningen onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. van opstaande bakstenen. Alle gevels thans beschilderd of bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., behalve die van nr. 341 en 343.

Aan de Paul Jansonstraat, drie gelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de straatgevel. Twee ongelijke vensters op de achtergevel. Keukendeur onder het afdak. Op de zijgevel, naar de achterkant, deur geflankeerd door twee ongelijke vensters.
Binnen, vestibule achteraan, geflankeerd door een toilet en de trap naar de zolderRuimte onder het dak.. Grote kamer achteraan, met aanpalende keuken. Twee andere kamers vooraan.

Aan de Romeinsesteenweg, straatgevel met twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. naast een derde, smaller vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In de hoek, open toegangsportiek met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Aan deze zijde, kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Twee ongelijke vensters op de achtergevel. Keukendeur onder het afdak.
Binnen, vestibule in de hoek, met trap naar de zolderRuimte onder het dak. en toilet, diagonaal leidend naar een groot vertrek achteraan dat met de keuken in verbinding staat en toegang geeft tot twee andere vertrekken aan de voor- en de achtergevel.

Ontwerpen van Robberechts en Selly
Op nr. 6 en 8 Paul Jansonstraat, alsook op 337 en 339, 345 en 347, 353 en 355 Romeinsesteenweg, ontwerpen van architecten Robberechts en Selly, met twee typen plattegronden en vier typen opstanden.
Pannendaken met ingesnoerde dakgoot. Van de meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdiepingen zijn de luiken verwijderd.

Op nr. 337 en 339, 353 en 355 Romeinsesteenweg, volgens spiegelbeeldschema gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen, rechthoekig en met twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., op eerste twee nummers met mansardedak.
Op nr. 337 en 339, bakstenen gevels, thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatievoegen. Op de voorgevel, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbrekende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. geflankeerd door een rondboogdeur onder boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. In de geveltop, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder een smal raam. Dakvenster op de zijgevel, met getrapt vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., en aan de achterzijde. Aan deze zijde, deur geflankeerd door een klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Schoorsteentop in de daknok.
Op nr.353 en 355, benedenverdieping in baksteen en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdieping, het geheel thans opnieuw bepleisterd met imitatievoegen. Muuropeningen onder hanenkam van opstaande bakstenen. Op de voorgevel, korfboogdeur en venster op de benedenverdieping, één vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. Twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de achtergevel; deur geflankeerd door een smal venster.
Binnen, op de benedenverdieping, “salle de famille” [familieruimte] vooraan, “cuisine-relaverie” [keuken-schotelhuis] met toilet achteraan. Op de verdieping, laterale trap die naar een loodrechte gang leidt waarop een grote kamer vooraan en twee ongelijke kamers achteraan uitgeven.


Op nr. 6, 8 Paul Jansonstraat en 345, 347 Romeinsesteenweg, verschillend uitgewerkte woningen, gekoppeld op T-vormige plattegrond. Gevels met baksteen in het onderste gedeelte, het geheel thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. met imitatievoegen. Trappenhuizen aan de zijgevel voor de huizen rechts en aan de voor- of achtergevel voor de huizen links, verlicht door kleine getrapte venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Aan de achtergevels, open toilet met klapdeurtje.
Op nr. 6 en 8, woningen van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Rechts, voorgevel met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. naast een deur. Eén vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping. Links, zijgevel met de toegang en een schoorsteenkoker.
Op nr. 345 en 347, woningen van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. met schouderstukken en ankers. Rechts, huis met puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. evenwijdig aan de Romeinsesteenweg. Aan deze zijde, rondboogdeur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de geveltop. Links, huis met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. loodrecht op de Romeinsesteenweg. Aan deze zijde, twee ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., de tweede onder een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Aan de zijkant, puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met de toegang en een schoorsteenkoker, geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Dakvenster aan de achtergevel.
Binnen, op de benedenverdieping, gemeenschappelijke ruimte en kamer. Toilet enkel van buiten bereikbaar. Op de verdieping, laterale trap die naar een loodrechte gang leidt, met daarlangs een grote kamer aan één kant en twee ongelijke kamers aan de andere.


Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken PV Reg. 176 (10.12.1920).

Publicaties en studies
MOUTURY, S., CORDEIRO, P., HEYMANS, V., Le logement ouvrier et social à Laeken. Étude historique et architecturale débouchant sur des propositions de mesures de protection, Cel historisch erfgoed van de stad Brussel, Brussel, 1997, pp. 57-59.
VERHAEGHE, L., 8 x Mutsaard-Laken, Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard, Brussel, 2006, pp. 24-33.

Tijdschriften
L’Habitation à Bon Marché
, 3, jaargang 1, 1921, p. 65, afb. 6.
L’Habitation à Bon Marché, 12, jaargang 1, 1921, pp. 278-279.
VERHAEGHE, L., “1920-1922. Deux cités-jardins au Mutsaard”, Uil & Spiegel, 10, december 2001, pp. 2-13.