Glossarium
Dit glossarium is gebaseerd op het woordgebruik van vorige inventarissen van het Brussels erfgoed en verzekert zo enige eenvormigheid. Voor de termen die niet voorkomen in het glossarium, verwijzen wij de gebruiker graag naar HASLINGHUIS, E.J., JANSE, H., Bouwkundige termen, 5de druk, Primavera Pers, Leiden, 2005.
glossarium
Dakvlakvenster
In het dakvlak ingewerkt venster. (...)
Dalende dakkapel
Dakkapel met overkapping die in de tegengestelde richting van het dakvlak helt. (...)
Deelzuiltje
Zuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. (...)
Deksteen, dekplaat
Natuurstenen of keramische plaat, op bijvoorbeeld een geveltop, om het onderliggend metselwerk tegen regen te beschermen (...)
Diamantkop
Piramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. (...)
Dorpel
Horizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). (...)
Drempel, dorpel
Onderdorpel van een deur. (...)
Drielicht
Groep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; ce (...)
Dubbelhuis
Gebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. (...)
Dwarsregel
Een dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. (...)
Eclectische stijl met polychroom parement
Gangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en t (...)
Eclectisme
Veel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt d (...)
Eclectisme met pittoresk karakter
Cottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelij (...)
Églomisé
Decoratieve (reclame)schildering op de achterzijde van glas; meestal met gebruik van bladgoud. (...)
Eierlijst
Ornament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen. (...)
Empire
Stijlrichting (ca. 1800-1850) binnen het neoclassicisme met een specifieke vormentaal (palmetten, sfinxen, griffioenen, (...)
Enfilade
Opeenvolging van ruimten waarvan de deuren in één (horizontale) as liggen en zo een doorkijk/gang vormt. (...)
Entablement
Hoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. (...)
Eretravee
Hoofdtravee van een uitzonderlijk rijke woning. (...)
Erker
Rechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterligg (...)
Faience
Keramische tegel bedekt door een, vaak polychroom versierde, glazuurlaag. (...)
Festoen
Aan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden (...)
Festoen, guirlande
Gehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken me (...)
Frans balkon
Borstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. (...)
Fries
Horizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (ter (...)
Fronton
Driehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (...)
Functionalisme
(...)
Galerij, bogengang
Overdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd ind (...)
Gebombeerd
Gebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. (...)
Gebroken fronton
Fronton waarvan het middendeel is doorbroken. (...)
Gebuikt
Met een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. (...)
Gecementeerd
Met portlandcement bestrijken. (...)
Dakvlakvenster
In het dakvlak ingewerkt venster. (...)
Dalende dakkapel
Dakkapel met overkapping die in de tegengestelde richting van het dakvlak helt. (...)
Deelzuiltje
Zuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. (...)
Deksteen, dekplaat
Natuurstenen of keramische plaat, op bijvoorbeeld een geveltop, om het onderliggend metselwerk tegen regen te beschermen (...)
Diamantkop
Piramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. (...)
Dorpel
Horizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel). (...)
Drempel, dorpel
Onderdorpel van een deur. (...)
Drielicht
Groep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; ce (...)
Dubbelhuis
Gebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. (...)
Dwarsregel
Een dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. (...)
Eclectische stijl met polychroom parement
Gangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en t (...)
Eclectisme
Veel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt d (...)
Eclectisme met pittoresk karakter
Cottagestijl (eind 19e tot midden 20e eeuw): Verwijst naar de Engelse ‘cottage’ en is aldus geinspireerd op landelij (...)
Églomisé
Decoratieve (reclame)schildering op de achterzijde van glas; meestal met gebruik van bladgoud. (...)
Eierlijst
Ornament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen. (...)
Empire
Stijlrichting (ca. 1800-1850) binnen het neoclassicisme met een specifieke vormentaal (palmetten, sfinxen, griffioenen, (...)
Enfilade
Opeenvolging van ruimten waarvan de deuren in één (horizontale) as liggen en zo een doorkijk/gang vormt. (...)
Entablement
Hoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. (...)
Eretravee
Hoofdtravee van een uitzonderlijk rijke woning. (...)
Erker
Rechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterligg (...)
Faience
Keramische tegel bedekt door een, vaak polychroom versierde, glazuurlaag. (...)
Festoen
Aan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden (...)
Festoen, guirlande
Gehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken me (...)
Frans balkon
Borstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. (...)
Fries
Horizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (ter (...)
Fronton
Driehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. (...)
Functionalisme
(...)
Galerij, bogengang
Overdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd ind (...)
Gebombeerd
Gebold; welvend oppervlak dat een gelijkmatige boogwerking vertoont. (...)
Gebroken fronton
Fronton waarvan het middendeel is doorbroken. (...)
Gebuikt
Met een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. (...)
Gecementeerd
Met portlandcement bestrijken. (...)