Onderzoek en redactie
Bekijk de weerhouden gebouwenBelangrijke noord-zuid georiënteerde verkeersas van de Bareel van Sint-Gillis naar Alsemberg. Beslaat op het Brussels grondgebied bijna een afstand van 5,50 km en doorkruist achtereenvolgens Sint-Gillis, Vorst, Ukkel, Linkebeek, Beersel en Alsemberg. Slechts een kort stuk van de steenweg is gelegen op het grondgebied van Vorst (van nr. 141 t.e.m. 369 en van nr. 158 t.e.m. 358A) met verbindingswegen naar de Hoogte Honderdwijk ten westen en de Berkendaalwijk ten oosten.
Na het besluit van de Raad der Financiën op 09.05.1726 werd de weg aangelegd door de landmeter Adrien De Bruijn. Ze hield geen rekening met de bestaande wegen en doorkruiste in een rechte lijn, grotendeels weides in het bezit van de abdij van Vorst. In september 1729 was de weg afgewerkt tot aan Ukkel-Kallevoet. In 1740 werd ze verlengd tot in Alsemberg. Langs de steenweg bevonden zich enkele kleine boerderijen met een of anderhalve bouwlaag, we noteren eveneens de aanwezigheid van twee cabarets Le Poeltje en Il Giardino d’Italia.
Vanaf 1841 reed tussen de Bareel van Sint-Gillis en Ukkel-Kallevoet een omnibus getrokken door paarden, vanaf 1877 werd ze vervangen door een paardentram, in 1896 tenslotte door een elektrische tram.
De aanwezigheid van de tram en aanleg van een riolering in 1872 wijzigden voorgoed het rurale karkater van de steenweg die geleidelijk aan bebouwd werd met burgerwoningen in neoclassicistische stijl. Vanaf 1895 onderging de bebouwing een stroomversnelling met vooral de bouw van een aanzienlijk aantal opbrengstwoningen met commerciële benedenverdiepingen. Twee nog goed bewaarde voorbeelden van deze eerste residentiële bebouwing zijn de nr. 295 uit 1869 (zie dit nr.) en de nr. 234 uit 1885.
De opbrengsthuizen met commerciële benedenverdieping van rond de eeuwwisseling tellen drie tot vier bouwlagen en zijn grotendeels gebouwd in een eclectische stijl. Zo citeren we het geheel gevormd door de nr. 141 t.e.m. 151-153 gebouwd voor eenzelfde opdrachtgever in 1899-1901, het thans afgebroken hotel-restaurant Jadoul (vml. nr. 157) en nr. 188-190 (architect Léon Capette, 1903).
Verschillende commerciële gebouwen langs de pare zijde werden voorzien met brede inrijpoorten die leidden naar achterliggende ateliers: dit zijn bijvoorbeeld nr. 192 (arch. Léon Capette, 1903) voor een schrijnwerker gespecialiseerd in trappen en nr. 194-196 (architect F. Timmermans, 1902) voor een schrijnwerker-aannemer. Nr. 338-340-340A-342 is een voorbeeld van een neoclassicistische burgerwoning van 1874 die verschillende verbouwingen en vergrotingen onderging voor de inrichting van atelier en opslagplaatsen en later winkelruimtes. Ook bevonden zich enkele meer prestigieuze gebouwen die omgeven werden door grote tuinen langs de steenweg. Zo bouwde de familie van Alexandre Bertrand eind 19e eeuw een herenwoning in neoclassicistische stijl aan de hoek van de steenweg en de Sint-Augustinuslaan (thans nr. 44-50 in deze laan) en een neogotisch kasteeltje op het huidig nr. 217-221. Beide gebouwen zijn thans afgebroken. Op nr. 346 bevond zich het voormalige ‘rationeel weeshuis’ dat in 1895 werd gesticht en een voor die tijd zeer vooruitstrevend laïsch onderwijs gaf. Het oorspronkelijk neoclassicistisch gebouw werd meermaals verbouwd en sterk gewijzigd. Het perceel staat in verbinding met het eclectisch gebouw in de Marconistraat 207 (zie nr. 203-205-207 van deze laan).
Tijdens het interbellum werden de laatste percelen langs de steenweg bebouwd, meestal met kleine appartementsgebouwen van vier bouwlagen met modernistische invloeden. Zo citeren we het geheel gevormd door de nr. 287, 289 en 291 n.o.v. aannemer François Leroy, 1936 (zie nr. 287), nr. 361 n.o.v. architect Pierre Sermeus, 1936 en het geheel gevormd door de nr. 343 t.e.m. 355 gebouwd in de periode 1935-1937 door de bekende wijkarchitecten Maurice Van Eyck, Léon Janlet en René Delbecq. Op nr. 281 bouwde architect François van Meulecom in 1935 een appartementsgebouw in een voor hem nogal atypische stijl. Ook citeren we nog het nr. 363-365-365a waar aannemer Jean-Baptiste Surkyn een appartementsgebouw oprichtte die achteraan het perceel aanleunde bij twee opbrengstwoningen langs de Everardlaan (nr. 55-57 en 59-61) van dezelfde eigenaar waarvan in nr. 55-57 zijn burelen en opslagplaatsen waren gevestigd.
Bronnen
Archieven
GAV/OW dossier 4, AR 28-12-1888.
GAV/OW 8 (niet geklasseerd fonds).
GAV/DS 144: 1464 (1899); 143-145: 1822 (1901), 18944 (1966), 23721 (2006); 147-149: 1645 (1900), 19895; 151-153: 1878 (1901), 19811 (1973); 188-190: 3209 (1903); 192: 3209 (1903); 194-196: 2003 (1902), 3148 (1902), 6062 (1913),6943 (1919), 6989 (1920), 7018 (1920), 7066 (1920), 19995 (1975), 20195 (1978); 234: 511 (1885), 3736 (1904), 21548 (1999); 281: 12649 (1935), 19798 (1973), 289 13144 (1936); 291: 13199 (1936), 20295 (1979); 338-340-340a-342: 168 (1874), 500 (1885), 1160 (1896), 10194 (1929), 10198 (1929), 12013 (1933), 13796 (1938), 14684 (1946), 15202 (1949), 15242 (1949), 15708 (1951), 17567 (1960); 343: 13520 (1937), 20679 (1985); 345: 13171 (1936); 346: 90 (1870), 581 (1888), 1248 (1897), 1255 (1897), 16203 (), 20002 (1975), 20051 (1976); 347: 12919 (1935); 351-353: 12866 (1935); 355: 12749 (1935); 361: 13073 (1936); 363-365: 13580 (1937).
Publicaties en studies
CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel, 4, Vorst, MRBC – MRAH, Brussel, 1993..
DUBREUCQ J., Forest en cartes postales anciennes. Vorst in oude prentkaarten, Bibliothèque européenne, Zaltbommel, 5e éd., 1981, ill.19.
FRANCIS J., La chanson des rues de Forest, Louis Musin éditeur, 1976, p.41.
GOLDBERG, G., PIRLOT, A., 346 Chaussée d’Alsemberg. Histoire de l’orphelinat rationaliste de Forest, Editions du centre d’action Laïque, Bruxelles, 1996.
HUSTACHE A., Forest, CFC-Éditions, Bruxelles, 2001, (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise), p.57-58.
PIRLOT, A.-M., De Hoogte Honderdwijk, GOB, Brussel 2014 (Brussel, stad van kunst en geschiedenis, 53), p. 8-17.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, éd. De Boeck, Brussel, 1949, pp. 105-111, 212, 321, 2013.
VOKAER J.-P., Par les rues de Forest. Études sur la toponymie locale, Imp. Cantrin, Bruxelles, 1954: p.60, 62, 97.
Tijdschriften
DONS, R., ‘Les voies de communication à Obbrussel-Saint-Gilles jusqu’au début de 1840’, <i> Folklore brabançon </i>, 272, 1991, p. 341-345.