Onderzoek en redactie

2008, 2013

 

Rechtlijnige en steile straat van de David Van Beverstraat naar de Edmond Parmentierlaan. Ze vervangt een smalle landweg die waarschijnlijk werd aangelegd in de eerste helft van de 19e eeuw. De weg is alleszins opgenomen in de buurtwegenatlas van 1847 en aangeduid als sentier n°35 [weg nr. 35] waar hij ook sentier de Kelle wordt genoemd. Hij vertrok ter hoogte van de huidige gelijknamige straat – overeenkomend het huidige tracé van de Pierre Delacroixstraat (zie deze straat), kruiste de chemin n°23 of huidige David Van Beverstraat (zie deze straat) – en liep dood in de velden ter hoogte van de huidige Parmentierlaan.

Uitreksel van de buurtwegenatlas ter aanduiding van de verbreding van de Emmanuel Mertensstraat in 1931, GASPW/DS rooilijnen 15 Em. Mertens.

De meeste bebouwing verscheen tussen 1911 en 1936, nog zelfs voor de rooilijn werd vastgelegd en de weg bestraat was. Het ontwerp van rooiingsplan en (officiële) verbreding van de straat werd goedgekeurd bij K.B. van 10.11.1931. De bestrating werd in 1933 uitgevoerd door de aannemer Aquila Dubois-De Koster. Lang voor de eigenlijke aanleg van de straat, had de gemeente toegezien op het vastleggen van een rooilijn door voor elke nieuwe bebouwing de inplanting vast te leggen. Zo ontstonden in de jaren 1910 geleidelijk aan twee perfect gealigneerde gevelfronten, die twaalf meter uit elkaar lagen.

De bebouwing van de jaren 1910 en 1920 bestaat uit bescheiden arbeiderswoningen van twee bouwlagen. Meerdere kregen een gevel in eclectische stijl met polychroom parement. Sommige hebben hun oorspronkelijk uitzicht bewaard, maar de meeste zijn vandaag met een verdieping verhoogd of sterk verbouwd. Tot de meest representatieve voorbeelden van deze typologie behoren de nr. 31 (architect P. L. Verbist, 1913) en 50 (architect P.Vangrinderbeek, 1927).

Emmanuel Mertensstraat 67, 69 en 71 (foto 2013).

In de jaren 1930 werden vooral in het lagergelegen gedeelte van de straat ruimere eengezinswoningen gebouwd, meestal met drie bouwlagen volgens traditionele bouwwijze, hoewel enkele woningen bescheiden invloeden van de art deco verraden. De beste voorbeelden van deze laatste typologie zijn de nr. 67, 69 en 71, drie huizen van 1936, het eerste waarschijnlijk ontworpen door architect N. Dubois, de twee andere door architect Léon Van Buggenhout.

De meer recente gebouwen – eengezinswoningen of kleine appartementsgebouwen – dateren van einde jaren 1940 en de jaren 1950. Vermeldenswaard is het appartementsgebouw op nr. 56 (architect François Mees, 1949), met zijn late toepassing van de art deco. In de jaren 1960 verrezen op de laatste openblijvende percelen enkele appartementsgebouwen, vaak in functionalistische stijl.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS rooilijnen 15 Em. Mertens
GASPW/OW 8757.
GASPW/DS 31: 132 (1913); 50: 61 (1927); 56: 157 (1949); 67: 196 (1936); 69: 171 (1936); 71: 333 (1936).