Bekijk de weerhouden gebouwenLange kronkelige straat, waarvan het tracé de lichte curve van het Bemeldal volgt. Gaande van de Tervurenlaan, waar hij door het park van Woluwe loopt, tot aan het kruispunt met de Generaal de Longuevillelaan, de Blauwe Vogellaan en Vrijwilligerslaan. Kruist onderweg de Mostincklaan, aan de rand van het park, de Atlantische Oceaanlaan en de Nijvelsdreef.

Oude verbindingsweg genaamd naar het gehucht ‘Bemel'. Toponiem verwijst naar de Bemelbeek, die ontsprong ter hoogte van de huidige Atlantische Oceaanlaan en ter hoogte van het huidige Trammuseum in de Woluwe uitmondde (Demeter, S., et al., 2004, p. 53). De gemeente-atlas van 1808 toont het gehucht bestaande uit een tiental huisjes rond een grote hoeve, het Hof ten Bemel. Deze hoeve behoorde tot de oudste bebouwing van de gemeente en was gesitueerd binnen het bouwblok gevormd door de huidige Atlantische Oceaanlaan, J. Cesarlaan, Tervurenlaan en Bemelstraat. De hoeve is afgebeeld op Grondatlas van het Sint-Jansgasthuis in Brussel, getekend in 1712 (AOCMWB, Kaarten en plannen, nr 341, kaart nr 23). Zij bestond uit vier gebouwen rond een grote binnenplaats. Waarschijnlijk betrof het een boerenwoning, een schuur en diverse bergplaatsen. In de zuidoostelijk hoek van de binnenplaats stond een peperbustoren. Ten zuiden van de hoeve lag een grote vijver. Bij de verlenging van de Bemelstraat in 1864 werd het hoevecomplex in tweeën gesneden. De gebouwen van de hoeve werden in de loop van de jaren 1920 afgebroken (Demeter, S., et al., 2004, p. 54). De toren van de hoeve heeft nog bestaan tot 1989 toen ze werd afgebroken voor een appartementencomplex op het huidige nr 6 (n.o.v. arch. P.-E. Durant).
In de nabijheid van het Hof ten Bemel bevond zich het zgn. Speelhuis Haelewijck, een landhuis waarvan de bouw misschien teruggaat tot de XVII. Het was gelegen ter hoogte van het huidige nr 30 (vlg. Falckenback, P., 1992, p. 89). Omstreeks 1850 behoorde het eigendom toe aan notaris Mostinck (zie gelijknamige laan). Op de plaats van het oude landhuis liet hij in 1870 een woonst optrekken dat sindsdien gekend stond als ‘Chateau Mostinck' waarin misschien nog elementen van het oude landhuis waren bewaard. Het werd gesloopt in 1965 (Demeter, S., et al., 2004, p. 56).

De straat werd verschillende malen verbreed. Volgens het KB van 05.03.1910 werd ze verbreed tot 12 m en werd ze ter hoogte van het Hof ten Bemel rechtgetrokken. Daardoor moest een deel van de oorspronkelijke bebouwing, bestaande uit bescheiden boerenhuizen gelegen op de oude rooilijn, worden afgebroken. Meer ten zuiden van de straat, ter hoogte van de Nijvelsedreef, maar aan onpare zijde, werd de nieuwe rooilijn aangepast aan de bestaande bebouwing die oorspronkelijk van de oude rooilijn werden gescheiden door voortuintjes. Deze tuintjes werden aldus onteigend om de verbreding van de straat te kunnen bewerkstelligen. De bebouwing bestond grotendeels uit een aantal arbeiderswoningen van rond XX en zijn heden nog bewaard: nr 95 uit 1898, vergroot (1912) en bekleed met briketten (1982); nr 97, 99 uit 1909 met gecementeerde gevel met schijnvoegen en inrijpoort op nr 99; nr 119, 121 uit 1906 met bakstenen gevels met witte bakstenen elementen en gietijzeren vensterleuningen in hoogste bouwlaag; nr 123, 125, 127, 129 uit 1904, waarvan nr 123 bekleed met briketten (1951) en nr 125, 127 met gecementeerde gevel met schijnvoegen en handelsruimte op nr 125 (1961), nr 127 met oorspronkelijk schrijnwerk, nr 129 verbouwd (1930); nr 137, 139, 141 vlg. repeterend schema uit begin XX met bakstenen gevel en witte bakstenen elementen; nr 143, 145 uit 1905 vlg. gelijkaardig schema en dito gevel als voorgaand ensemble maar met op nr 143 versierd tympaan: turkoois- en goudkleurig stuctuurglas in waaiervorm, nr 145 bekleed met briketten (1969). Tenslotte werden er in die periode ook burgerwoningen gebouwd zoals de nr 113 in eclectische stijl met lichte art-nouveau-invloeden n.o.v. arch. Albert Delcorde, 1911. Bakstenen gevel met witte bakstenen elementen. Balkons vlg. verkleinende ordonnantie met gietijzeren borstwering; boogvormig in dakvenster tussen postamenten. Opmerkelijk is het ensemble gevormd door de nr 115, 117 (zie deze nr); twee woningen in eclectische stijl met neo-Vlaamse renaissance-elementen i.o.v. en n.o.v. arch. Victor Steuve uit 1911.

Met de aanleg van de Generaal de Longueville-, de Julius Caesar-, en de Horizonlaan, vlg. het KB van 23.07.1925 (zie deze straten) werd de Bemelstraat verbreed tot de huidige 20 m. en werden er een schaars aantal woningen opgetrokken: nr 2 n.o.v. arch. Léon Smets, 1936 (zie dit nr); nr 18, 20 een dubbele villa n.o.v. arch. Hemelsoet, 1927. Oorspronkelijk voorzien in een art decostijl maar uitgewerkt met Beaux-Artselementen en gekenmerkt door een portiek met geblokte pilasters onder fronton. Naast villa's ook kleine appartementsgebouwen uit de jaren 1930: nr 60 met bakstenen gevel van drie bouwlagen en dito wooneenheden op half ondergrondse garage n.o.v. arch. A. Valentin, 1937. Toegankelijk via steektrap en bordes, half opengewerkte deur. Risaliet met symmetrische compositie, op verdiepingen met hoekvensters onder betonnen latei. Centraal groen glas in bovenlichten van vensters. Sterk uitstekende houten kroonlijst; nr 130 met geelgekleurde bakstenen gevel van drie bouwlagen en (heden betegelde) handelsruimte n.o.v. arch. J. Cohen, 1937. Gekenmerkt door gestapelde betonnen erker; links afgerond en met klein balkon. Op verdiepingen laterale muurdammen versierd met hardstenen panelen.

Na WO II nam een ware bouwexplosie plaats. Met uitzondering van het eerste deel van de straat, nabij het Woluwepark, werd zogoed als heel de onpare zijde (noordzijde) volledig bebouwd, alsook de pare zijde van het laatste deel, m.a.w. het bouwblok gelegen tussen de Nijvelsdreef en de Blauwe Vogellaan. Naar aanleiding van de wet De Taeye (1948) ter bevordering van goedkope woningen, kwamen 3 verschillende verkavelingen tot stand. Gezien de numerieke omvang binnen de straat vormen deze drie groepen een architecturaal-stedenbouwkundig geheel.

De vroegste verkaveling situeert zich op het einde van de straat. Buiten twee nummers aan de pare zijde (nr 124, 126) is ze helemaal gelegen aan onpare zijde (nr 147 tot 173). Het betreft een geheel van bescheiden woningen van twee bouwlagen n.o.v. arch. A. Demesmaeker en M. Bols, 1948-1950. De ruimteschikking van het interieur voor alle deze woningen is eenvormig: benedenverdieping met ingang, trappenhuis en toilet, keuken aan straatkant en leefruimte aan tuinzijde; op verdieping badkamer en twee à drie slaapkamers. De eenvormigheid vertaalt zich eveneens in de materiaalkeuze: al of niet gekleurde bakstenen gevels met simili-elementen op hardstenen plint. Ze hebben allemaal rechthoekige muuropeningen, met uitzondering van enkele rondboogvormige deuren. Laatstgenoemde meestal in een portiek en/of met klein zijvenster. Bovendien onderscheiden de gevelontwerpen van arch. B. Bols zich door het horizontale karakter op de verdieping: liggende vensters met licht uitstekende borstwering (nr 151, 157, 163 en 165). Deze huizenrij wordt overschaduwd door de appartementsblokken op de hoek met de Generaal de Longuevillelaan, n.o.v. arch. C. Vander Elst, 1967. Het schaalverschil met de woningen in de Bemelstraat wordt opgevangen door een voorgebouw van twee bouwlagen met handelsruimte op benedenverdieping en uitstekende en geritmeerde tweede bouwlaag op pijlers.

Een tweede verkaveling, gekend als ‘Bemelwijk' (Quartier du Bemel), wordt gebouwd tussen 1949 en 1953. Deze situeert zich aan de onpare zijde van Bemelstraat op het kruispunt met de Atlantische Oceaanlaan (nr 35 tot 39, 45 tot 53 en 59 tot 91). In laatstgenoemde straat moet de bebouwing van het eerste deel worden inbegrepen in de ‘Bemelwijk' (nr 20 tot 30 en nr 5 tot 19). De verkavelde gronden waren eigendom van de immobiliënmaatschappij ‘Bernheim frère et fils'. Alle woningen met drie bouwlagen n.o.v. arch. A. Demesmaeker en M. Bols en volgens dezelfde principes als voorgaande verkaveling; nl. standaardwoningen met dito plan, ditmaal van het bel-etagetype.

Tenslotte werd begin jaren 1950 het domein Lambeau met landhuis verkaveld op het einde aan pare zijde van de Bemelstraat. Op deze gronden kwam de zgn. Europawijk tot stand. De verkaveling, n.o.v. arch. J.-F. Collin, 1954-1956, bestaat uit vijf groepen van vier woningen van het bel-etagetype (nr 134 tot 172). De eerste groep (nr 134 tot 140) onderscheidt zich door zijn overdekte rondbooggalerij die toegang geeft tot verschillende handelszaken.

Voorts bevinden zich in de straat grotendeels appartementsgebouwen van verschillende omvang uit de jaren 1960: nr 5, 7 en 9 n.o.v. arch. J. Litkey, 1969; nr 26, 28 en 30 n.o.v. arch. W. Gabriels en J. Gravez, 1965-1966; nr 58 n.o.v. arch. L. Facon, 1961 met een horizontale simili-ritmering per bouwlaag en waarvan de brede vensterpartijen worden verdeeld d.m.v. smalle muurdammen in zwarte majolicategels; nr 62 n.o.v. arch. V. Schoonejans, 1962; nr 107 n.o.v. arch. P. Maes, 1966; uit de jaren 1970: nr 4 n.o.v. R. Coppens, 1976; nr 8 n.o.v. arch. Polak & Stapels, 1977; nr 19 n.o.v. arch. M. Van der Stricht, A. Van Rijn, I. Zielonka, 1976; nr 68 n.o.v. arch. P. Vincent, 1973; of één- en tweegezinswoningen uit de jaren 1980: nr 12 n.o.v. arch. D. Vandenbranden, 1987; nr 14-16 n.o.v. arch. M. de Terschueren, 1985. Meest recente constructies dateren van de jaren 1990: nr 17 n.o.v. arch. M. Bertrand, 1997, een ééngezinswoning met dokterskabinet en nr 33 n.o.v. arch. J. Kint en D. Haemers, 1990, een post-modernistisch appartementsgebouw met drie bouwlagen.
Aan pare zijde op nr 122 bevinden zich twee gebouwen uit de jaren 1970 van de ‘école de Bemel': twee bouwlagen met bakstenen gevels met betonnen elementen en rechthoekige muuropeningen.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 4: 93 (1976); 5, 7, 9: 226 (1969); 8: 4 (1977); 12: 117 (1987); 14-16: 79 (1995); 17: 212 (1997); 18, 20: 96 (1927); 19: 87 (1976); 26: 251 (1966); 28: 341 (1965); 30: 369 (1964); 33: 136 (1990); 35: 553 (1953); 37: 306 (1952), 39; 31 (1953); 45: 37 (1952); 47: 579 (1951); 49: 577 (1951); 51: 578 (1951); 53: 79 (1952); 58: 30 (1961); 59: 218 (1951); 60: 165 (1937); 61: 284 (1951); 62: 162 (1962); 63: 283 (1951); 65: 395 (1951); 67: 254 (1951); 68: 30 (1973); 69: 841 (1950); 71: 757 (1950); 73: 244 (1951); 75: 655 (1950); 77: 70 (1950); 79: 52 (1950); 81: 35 (1950); 83: 50 (1950); 85: 561 (1949); 87: 587 (1949); 89: 51 (1950); 91: 109 (1950); 95: 3(1898), 79 (1982); 97: 577 (1909), 125 (1933); 99: 577 (1909), 617 (1909), 130 (1931), 69 (146); 113: 81 (1911); 119, 121: 332 (1906), 211 (1966); 123, 125, 127: 207 (1904), 328 (1951), 445 (1961); 124: 486 (1950); 126: 487 (1950); 129: 34 (1920), 201 (1930); 130: 233 (1937); 134: 462 (1955); 136: 467 (1955); 138: 463 (1955); 140: 251 (1955); 137, 139, 141: 368 (1928); 143, 145: 286 (1905), 100 (1969); 142: 549 (1955); 144: 12 (1955); 146: 33 (1955); 147: 52 (1949); 148: 334 (1956); 149: 174 (1949); 150: 182 (1956); 151: 208 (1949); 152: 378 (1955); 153: 210 (1949); 154: 31 (1955); 155: 282 (1949); 156: 436 (1955); 157: 306 (1949); 158: 257 (1956); 159: 474 (1950); 160: 15 (1955); 161: 399 (1950); 162: 5 (1955); 163: 398 (1950); 164: 136 (1955); 165: 619 (1950); 166: 321 (1954); 167: 374 (1948); 168: 332 (1955); 169: 270 (1948); 170: 294 (1955); 171: 260 (1948); 172: 525 (1954); 173: 373 (1948).
Archief van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn te Brussel (AOCMWB).
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Bibliografische werken
DEMETER, S. (o.l.v.), Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel, t. 14, Sint-Pieters-Woluwe, Brussel, 2004.
FALKENBACK, P., Historique de Woluwe-Saint-Pierre, Administration Communale de Woluwe-Saint-Pierre, 1992.

Tijdschriften
147
: 'Petite maison d'habitation, à Woluwe. Architecte : A. Demesmaeker', La Maison, 4, 1952, p. 99.