Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10696
lees meer

Beschrijving

Nr. 25. NeoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. geïnspireerd huis volgens bouwaanvraag van 1867 met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Begane grond gewijzigd in 1930.

Bepleisterde lijstgevel op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Links houten paneeldeur, rechts moderne garagepoort. Op verdiepingen steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. in geriemde omlijsting. In zijtraveeën van tweede bouwlaag omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., klein bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met gegroefde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. waarboven groot opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. in geriemde omlijsting rustend op voluutconsoles met digliefen. Op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. verdiepte panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. gevat tussen digliefen. In derde bouwlaag venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met diamantkopsleutel. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met casementen gevuld met door leeuwenkoppen bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op uitgelengde - al dan niet gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. - voluutconsoles.

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 462 (1867), 5109 (1896), 5796 (1900), 11389 (1930).