Bekijk de weerhouden gebouwenRechtlijnige straat van Charles Grauxplein naar Mignot-Delstanchestraat. Doorkruist door Léon Jouretstraat, Camille Lemonnierstraat en Alphonse Renardstraat.
De straat werd aangelegd in het kader van het Plan général d'alignement et d'expropriation par zones van de Berkendaalwijk (landmeter César Boon), goedgekeurd bij K.B. van 12.07.1902 en lichtjes gewijzigd bij K.B. van 02.05.1904 en 31.05.1904.
Ze ligt deels op het tracé van het laatste stuk van de oude Berkendaalstraat, die de Waterloosesteenweg verbond met de oude weg van Sint-Job en die verdween bij de aanleg van de Brugmannlaan in 1870-1875.
Ze is genoemd naar de violist en leraar aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel Jean-Baptiste Colyns (1834-1902).
In het huizenblok gevormd door de Jean-Baptiste Colynsstraat, Alphonse Renardstraat, Camille Lemonnierstraat en Louis Lepoutrelaan bevond zich vroeger het hof ter Winnen, een van de boerderijen van de Terkamerenabdij. Deze boerderij die het zogenaamde Groot Velt cultiveerde dat vanaf het midden van de 16e eeuw wordt vermeld, werd in 1904 gesloopt voor de aanleg van de wijk.
Met uitzondering van enkele appartementsgebouwen ter hoogte van het Charles Grauxplein (zie nr. 1 en 3), is de Jean-Baptiste Colynsstraat voornamelijk bebouwd met eengezinswoningen in art deco of modernistische stijl. De bebouwing gebeurde in twee fasen: de eerste in de jaren 1920, de tweede in de jaren 1950. Uit de eerste fase dateert een homogene rij van kleine huizen met art-deco-elementen, van nr. 61 tot nr. 71, tussen de Camille Lemonnierlaan en de Alphonse Renardstraat (nr. 61: 1924; nr. 63: ontworpen door architect Edmond Pletinckx, 1925; nr. 65 van architect Edmond Pletinckx, 1926; nr. 67 tot nr. 71: heel waarschijnlijk ontworpen door architect Edmond Pletinckx, 1922).
Bronnen
Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. Boon, Elsene, 20 september 1898); Survey Communal de la commune d'Ixelles entamé en 1946 et approuvé par la tutelle en 1951 – troisième direction – Travaux Publics et urbanisme – Service de l'Urbanisme.
GAE/Urb. 61: 172-61; 63: 172-63; 65: 172-65; 67: 172-67; 69: 172-69; 71: 172-71.
Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., L'avenue Molière et le quartier Berkendael, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Bruxelles ville d'art et d'histoire, 33), pp. 2-9.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas du sous-sol archéologique de la Région de Bruxelles:15 Ixelles, Brussel, 2005, p. 69.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 35-40 en 159-172.
Tijdschriften
HAINAUT, M., ‘Une rue d'Ixelles porte leur nom, 1re partie de A à G', Mémoire d'Ixelles, 28, 1987, p. 23.
GAE/OW Historique des rues (1925); GAE/OW Convention Berkendael (plan naar de hand van landmeter C. Boon, Elsene, 20 september 1898); Survey Communal de la commune d'Ixelles entamé en 1946 et approuvé par la tutelle en 1951 – troisième direction – Travaux Publics et urbanisme – Service de l'Urbanisme.
GAE/Urb. 61: 172-61; 63: 172-63; 65: 172-65; 67: 172-67; 69: 172-69; 71: 172-71.
Publicaties en studies
DEL MARMOL, B., L'avenue Molière et le quartier Berkendael, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Bruxelles ville d'art et d'histoire, 33), pp. 2-9.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas du sous-sol archéologique de la Région de Bruxelles:15 Ixelles, Brussel, 2005, p. 69.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp. 35-40 en 159-172.
Tijdschriften
HAINAUT, M., ‘Une rue d'Ixelles porte leur nom, 1re partie de A à G', Mémoire d'Ixelles, 28, 1987, p. 23.