Bekijk de weerhouden gebouwenVan Charleroisesteenweg naar Baljuwstraat. Deels op het grondgebied van Elsene, deels op dat van Sint-Gillis. Op Elsene begint ze op het kruispunt met de Florencestraat (vanaf nr. 27 en 30) en doorkruist vervolgens de Defacqzstraat en de Paul-Émile Jansonstraat.

De Faiderstraat werd aangelegd in twee fasen. Het eerste stuk, tussen de Charleroisesteenweg en de Defacqzstraat, werd goedgekeurd bij K.B. van 02.12.1873 en wijzigde het oorspronkelijke ‘Plan général d'alignement pour l'ouverture de rues et places sur le territoire compris entre l'avenue du Bois de la Cambre et les chaussées de Waterloo et de Charleroi' van Victor Besme (K.B. 20.02.1864). De verlenging van de straat tot aan de Paul Émile Janson werd goedgekeurd bij K.B. van 19.12.1877.

De straat werd genoemd naar Charles Faider (1811-1893), advocaat-generaal van het hof van beroep van Brussel en vanaf 1852 minister van Justitie.

Faiderstraat, zicht op laatste huizen aan pare zijde (foto 2008).

De straat werd voor het eerst bebouwd in de jaren 1870, maar alleen op het grondgebied van Sint-Gillis. Op het grondgebied van Elsene dateert het grootste deel van de bebouwing uit de periode tussen 1885 en 1900. Het straatbeeld wordt vooral bepaald door burgerwoningen met het traditionele grondplan. Het gaat meestal om gevels in eclectische stijl of om gevels met neoclassicistische inslag. Aan onpare kant vormen ze mooie en bijzonder homogene huizenrijen van nr. 27 tot nr. 57 en van nr. 67-69 tot nr. 97.
In de straat bevinden zich twee kleine huizen met neoclassicistische inslag naar ontwerp van architect Ernest Delune, van 1893 (zie nr. 109 en 111). Twee huizen in art nouveau daterend van 1900 werden respectievelijk ontworpen door architect Albert Roosenboom (zie nr. 83) en architect Armand Van Waesberghe (zie nr. 85).
De door architect A. Buissonet ontworpen gevel in neo-Vlaamse renaissance op nr. 35-37 (1880) is bijzonder opvallend (zie dit nr.) en contrasteert met de meer conventionele gevels. Deze gevel met zijn talrijke uitspringende (hoektoren, erker, balkon) of inspringende (travee, venster) onderdelen, bevat talrijke elementen die naar de middeleeuwen verwijzingen. Het huis van 1886 op nr. 40 vertoont eveneens invloeden van de neo-Vlaamse renaissance. De harmonie aan pare kant wordt in het eerste gedeelte doorbroken door een groot appartementsgebouw (nr. 42) ter vervanging van een schrijnwerkerij van de algemene bouwonderneming J. & P. Carsoel (IVAIB, Elsene, 1980-1982, fiche 84). Deze werd later door het bedrijf ‘Bel Auto et Pilette' verbouwd tot een verkoopsruimte voor auto's en behield deze functie tot in de jaren 1980.
Het park Faider werd in de jaren 1980 door de gemeente ingericht binnen een huizenblok. Het is toegankelijk via de koetspoort van het huis op nr. 86. Voor het park werden vier tuinen van de Paul Émile Jansonstraat herverkaveld. Het wordt begrensd door de Paul-Émile Jansonstraat, de Baljuwstraat en de Livornostraat.

Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 40: 124-44; 42:124-42; 86: 124-86.

Publicaties en studies
DIERKENS-AUBRY, F., VANDENBREEDEN, J., Art Nouveau en Belgique, architectures et intérieurs, éd. Racine, Bruxelles, 1995, pp. 102-104.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, 139-145.
MEGANCK, M., Bruxelles par-delà les murs, éd. Aparté, Brussel, 2006, p. 80.
Saint-Gilles Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU ASBL, Brussel, 1988, p. 164.
HAINAUT, M., BOVY, Ph., Le quartier Tenbosch (2), Gemeente Elsene, Brussel, 1999 (À la découverte de l'histoire d'Ixelles, 5), pp. 12-14.