Inventaris(sen)

  • Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)

Onderzoek en redactie

1993-1995

 

Van Louis Schmidtlaan naar Vrijwilligerslaan.

De aanleg van de Majoor Pétillonstraat werd goedgekeurd bij KB van 19.06.1931 samen met die van verschillende straten in de tussen de twee voornoemde lanen gelegen wijk. Het stuk tussen de Kapitein Joubertstraat en de Vrijwilligerslaan dateert van 1937 en zou pas na WO II verlengd worden tot aan de Louis Schmidtlaan.

De straat is vernoemd naar Arthur Pétillon (Péruwelz, 1855 – Etterbeek, 1909). Hij maakte als militair carrière in de Onafhankelijke Congostaat (OCS) van 1890 tot 1894. Hij is ook bekend onder de titel Majoor Pétillon. Als kapitein van de artillerie vertrok hij in 1890 naar Congo om een batterij (een versterkt bouwwerk met artillerie) op te richten in Shinkakassa, nabij Boma. Hij werd al snel benoemd tot kapitein-commandant van de Force Publique (koloniale leger bestaande uit Afrikaanse huurlingen of dienstplichtigen). In 1893 nam A. Pétillon de leiding over de verdedigingswerken van de OCS. Bij zijn terugkeer naar België ontving hij onderscheidingen en medailles voor zijn diensten aan het koloniale project van Leopold II. Hij was een van de oprichters van de Villa Coloniale in Watermaal-Bosvoorde (gelegen aan de Emile Van Becelaerelaan 113). Als inwoner van Etterbeek (Oudergemlaan 250) werd hij gemeenteraadslid van Etterbeek na de verkiezingen van 18 oktober 1903.

Niet te verwarren met Léon Pétillon (Esneux, 1903 – Elsene, 1996), gouverneur van Ruanda-Urundi (1949-1952), gouverneur-generaal van Belgisch Congo (1952-1958), minister van Koloniën (1958) en minister van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi.

Tijdens het interbellum was de wens om het koloniale project te promoten bijzonder intens. De koloniale toponymie maakte deel uit van de propaganda-acties ter ondersteuning van de kolonisatie van Congo.

De eerste gebouwen zijn van 1933. Uit deze periode citeren we de nr. 44 (architect L. DECUBBER, 1939) en nr. 46 (architect Gédéon DE BECKERE, 1941). Na de oorlog werd de bebouwing voortgezet, wat resulteerde in een homogeen geheel van huizen en kleine appartementsgebouwen met bakstenen gevels en simili-elementen, meestal met maximum vier bouwlagen onder zadeldak, mansardedak of plat dak.

Op beide hoeken met de Louis Schmidtlaan bevinden zich twee imposante appartementsgebouwen met negen bouwlagen, bakstenen gevels met elementen in simili, op nr. 63-65 van de laan n.o.v. architect J.-L. BYTRAP uit 1950, en op nr. 4 van de straat met tweede inkom in de Louis Schmidtlaan nr. 73 volgens plannen van architect Pierre MATHIEU uit 1951.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 2039 (1939), 1067 (1941), 3760 (1950, L. Schmidtlaan), 2981 (1951, L. Schmidtlaan).
RC 1937, p. 60.

Publicaties en studies
MEIRE, R.J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, p. 110.

STANARD, M.G., The Leopard, the Lion, and the Cock. Colonial Memories and Monuments in Belgium, Leuven, Leuven University Press, 2019, pp. 123-124.

Websites
Biographie Coloniale Belge, 1951