Onderzoek en redactie

2013-2014

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

De lange en gebogen Stephensonstraat loopt van de Paviljoenstraat tot de François-Joseph Navezstraat. Aan onpare zijde wordt ze begrensd door het Stephensonplein. De gehele pare zijde ligt op grondgebied Brussel-Stad.

De straat ligt in de Sint-Felixwijk, tussen de Paviljoenstraat, de François-Joseph Navezstraat en de Luxemburg-spoorlijn. Deze wijk werd aangelegd op initiatief van vastgoedmaatschappij Participation Saint-Félix, eigenares van de meeste terreinen op deze plaats. Na verscheidene ontwerpen, waaronder een ontwerp uit 1876 getekend door meetkundig schatter Paul Dejaer, werd het definitieve plan, dat in 1880 werd ontworpen door gemeentelijk ingenieur Bouchez, goedgekeurd tijdens de zittingen van het gemeentecollege van 18.01.1881 en 31.01.1882, en dan bij K.B. van 13.12.1883. Naast de aanleg van het Stephensonplein voorzag dit plan in de aanleg van de eerste helft van de gelijknamige straat, de James Wattstraat en de verlenging van de Vanderlindenstraat en de Van Schoorstraat. De maatschappij stond in voor het aanaarden, de riolering en de bestrating van de nieuwe wegen, waarvan ze de baan gratis aan de gemeente afstond. De wegenwerken voor de wijk werden in 1884 voltooid.

Net als de Jacquetstraat werd de tweede helft van de Stephensonstraat pas ontworpen krachtens de beraadslagingen van de gemeenteraad van 11.07.1905 en 21.04.1906, bekrachtigd bij K.B. van 21.04.1906. Door de aanleg van deze twee straten konden de nog braakliggende terreinen tussen de spoorweg en de James Wattstraat en de François-Joseph Navez worden opgewaardeerd. De aanleg van de straat begon in 1908.

De naam van de straat is een eerbetoon aan Georges Stephenson (Wylam-on-Tyne, 1781 –Chesterfield, 1848), de ingenieur-mechanicus die als de vader van de moderne spoorweg wordt beschouwd.

Het eerste deel van de straat werd hoofdzakelijk in de jaren 1890 en 1900 bebouwd, vooral met bescheiden huizen, thans vaak ingrijpend gewijzigd, in neoclassicistische stijl, zoals nr. 69 tot 75 (1898), of in eclectische stijl, zoals nr. 67 (1898) en 55 tot 59 (n.o.v. architect Jean Debecker, 1909). In het tweede deel bevinden zich opbrengstpanden in eclectische stijl uit de vroege jaren 1910, zoals nr. 117 en 119 (n.o.v. architect V. Bruyère, 1912), evenals gebouwen uit het interbellum.

Aan pare zijde verrezen talrijke fabrieken op de ruime terreinen langs de spoorlijnen. Op de hoek met de Paviljoenstraat staan de gebouwen van de voormalige firma Blaton-Aubert, die van vóór 1876 dateren (zie Paviljoenstraat nr. 2, 4). Het uitgestrekte aanpalende terrein werd oorspronkelijk ingenomen door rubberfabriek Jenatzy, die werd gebouwd vóór 1893 en gesloopt na 1953, en waarvan thans enkel een klein gebouw uit 1909 overblijft (nr. 10). In het tweede straatdeel vermelden we de voormalige brouwerij Le Phare (zie nr. 78, 80), evenals nr. 108, waar architect Jean Teughels biermagazijnen bouwde achter een opbrengstpand (1911) (1913). Vermelden we tot slot op nr. 96 een voormalige schoolinstelling uit 1911 (zie dit nummer).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 10: 247-10, 224-10; 55, 57, 59: 247-55-57-59; 67: 247-67; 69: 247-69; 71: 247-71; 108: 247-108-110; 117, 119: 247-117-119.
GAS/OW 247.
GAS/OW Infrastructuur 216, 229.

GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1881, pp. 24-27; 1882, pp. 203-206; 1904, pp. 1003-1004.

Publicaties en studies
DE SAEGHER, E., BARTHOLEYNS, É., Histoire populaire de Schaerbeek. Notice historique, descriptive et explicative sur la commune ses rues, monuments, institutions, curiosités, Schaarbeek, Henri Mommens drukker uitgever, 1887, pp. 41, 91-92.