Onderzoek en redactie

2018

 

De Graaf Moens de Ferniglaan is een gebogen verkeersader die het Jean Offenbergplein, op de Dikkelindelaan, verbindt met de Madridlaan, op de plaats waar ze op het uiteinde van de Purperbeukenlaan aansluit.

De laan werd uitgetekend in het vooruitzicht van de Wereldtentoonstelling van Brussel van 1935. Ze werd vanaf 1930 aangelegd en begon oorspronkelijk ter hoogte van het Sint-Lambertusplein, waarna ze het laatste deel van de Emile Bockstaellaan (de toekomstige Jan Sobieskilaan) met de Meiseselaan (de toekomstige Madridlaan) verbond. Haar naar het westen gebogen uiteinde vormde een V met een thans verdwenen oostelijke tegenhanger, de Hazelaarslaan. De weg kreeg aanvankelijk de naam Olympische Spelenlaan tijdens de zitting van het College van de Stad Brussel van 07.03.1930. Voor de Wereldtentoonstelling van 1935 werd het eerste straatdeel verwijderd voor de aanleg van Oud-Brussel, terwijl het overblijvende gedeelte, dat toegankelijk was via de ingang van de Meiseselaan, tot Emile Bockstaellaan werd omgedoopt. Na het evenement kreeg dat deel de naam Oude Brussellaan. Met het oog op Expo 58 kreeg de weg, die van dan af begon aan het toekomstige Jean Offenbergplein, de naam Parkpoortlaan, verwijzend naar de nieuwe naam van de ingang van de tentoonstelling. Ze liep langs het Russisch paviljoen in het westen, terwijl de Hazelaarslaan, die tot Loverlaan werd omgedoopt, aan de oostkant langs het Amerikaanse paviljoen liep. De huidige naam van de laan is een eerbetoon aan minister Georges Moens de Fernig (1899-1978), commissaris-generaal van Expo 58.

De laan vormt de oostelijke rand van het Ossegempark en liep vroeger langs het Astridpark, een in 1939 ingehuldigde ruimte bestemd voor kinderen die echter met het oog op Expo 58 moest verdwijnen. Het was een ontwerp van architect Robert Puttemans en landschapsarchitect René Pechère en werd aangelegd bij nationale intekening, als levend monument ter nagedachtenis van koningin Astrid, die in 1935 in een ongeval was omgekomen. Het meer dan drie hectare grote park werd overheerst door een modernistisch paviljoen onder een plat dak op fijne pijlers.

Bronnen

Archieven
SAB/AR straten, doos 20-24, cote 22, nr.16 (07.03.1930).
SAB/OW 51485 (1938).

Tijdschriften
“Le parc Astrid, au Heysel”, La Maison, 9, september 1947, pp. 229-232.