Onderzoek en redactie
2006-2008
Van Leuvensesteenweg naar Keizer Karelstraat.
Aangelegd volgens het rooilijnenplan van de Noord-Oostwijk ontworpen door architect Gédéon Bordiau en goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875.
Zoals de meeste straten in de wijk verwijst de naam van de Ringsteekstraat naar de geschiedenis van ons land. Het ringsteken of riddertoernooien waren in de tijd van de Bourgondische hertogen een erg geliefd tijdverdrijf. Deze benaming werd goedgekeurd bij collegiaal besluit van de Stad Brussel van 12.01.1877.
In 1875 hetzelfde jaar dat het rooilijnenplan voor de wijk werd goedgekeurd, ontwierp Bordiau voor de pare kant een arbeiderswijk in opdracht van de ‘Société anonyme des Habitations ouvrières dans l'Agglomération bruxelloise'. Deze wijk beslaat het volledige terrein tussen de Leuvensesteenweg, de Paviastraat en de Keizer Karelstraat. Het geheel van 24 huizen was gedurende een twintigtal jaar de enige bebouwing van de wijk. Het was bovendien het enige sociale woningenproject dat in die periode werd gebouwd.
De wijk was bestemd voor arbeidersfamilies die uit de Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk moesten verhuizen omwille van de ongezonde leefomstandigheden aldaar (Bulletin communal, 1875, t. I, p. 118). Toen de wijk werd gebouwd grensde het aan het hoger gelegen kerkhof van de Notelaarsstraat, dat toen nog in gebruik was. Dit leidde tot ongerustheid over verontreiniging van de waterputten bij de huizen. Er werd dus besloten dat de Stad gratis water zou leveren aan de arbeiderswijk (Bulletin communal, 1875, t. I, p. 118).
De erg bescheiden huizen hebben een bepleisterde gevel met rechthoekige vensters, hebben geen balkons en zijn bekroond met een sobere kroonlijst. De meeste zijn symmetrisch met drie gelijke traveeën en een centrale toegangstravee. In de Ringsteekstraat en de Leuvensesteenweg hebben de huizen afwisselend drie en vier bouwlagen, de laatste is van geringere hoogte. In de Paviastraat wisselen twee gevels met drie bouwlagen af met een gevel met vier bouwlagen. In de hogere huizen, wordt de toegangsdeur geflankeerd door twee uitstalramen. De hoeken hebben eveneens een handelsruimte op de benedenverdieping. Oorspronkelijk waren op elke verdieping twee appartementen, bestaande uit vooraan een kamer en achteraan een keuken die uitgaf op een balkon en een klein toilet.
In de loop van de tijd ondergingen de huizen tal van wijzigingen. De meeste winkelpuien zijn verbouwd. Tussen 1914 en 1916 verhoogde architect Jean Debecker zes huizen van drie bouwlagen, met twee verdiepingen – twee op de Leuvensesteenweg en vier in de Paviastraat. Hun gevel werd door tegelzetter Joseph Christophe bekleed met witte geglazuurde baksteen met elementen in groene, blauwe en rode baksteen. In drie van hen werden de vensters op de benedenverdieping verbouwd tot winkelpuien: een uitstalraam geflankeerd door een deur onder doorlopende I-balk. In 1951 liet de Société anonyme des Habitations ouvrières de gevels in de Ringsteekstraat opnieuw cementereen. De arbeiderswijk wordt vandaag beheerd door de Société anonyme bruxelloise des Habitations.
In de Ringsteekstraat, waar de oorspronkelijke bouwvolumes bewaard bleven en de gevels niet opnieuw werden bekleed, is het ritme van de gevels van verschillende hoogten nog het beste leesbaar. De meeste vensters op de benedenverdieping hebben hier nog hun oude houten luiken. Hoewel in de puien van 1914-1915 de bovenlichten met gebogen dwarsregel en roedeverdeling bewaard zijn, zijn talrijke vensters echter vervangen.
Aan onpare kant is het eerste straatgedeelte bebouwd met een geheel van vier huizen met handelsruimte op de benedenverdieping, in 1903 voor eenzelfde eigenaar ontworpen. De rest van de straat bestaat uit omheiningmuren van de tuinen van Keizer Karelstraat nr. 24 tot 28.
Aangelegd volgens het rooilijnenplan van de Noord-Oostwijk ontworpen door architect Gédéon Bordiau en goedgekeurd bij K.B. van 20.12.1875.
Zoals de meeste straten in de wijk verwijst de naam van de Ringsteekstraat naar de geschiedenis van ons land. Het ringsteken of riddertoernooien waren in de tijd van de Bourgondische hertogen een erg geliefd tijdverdrijf. Deze benaming werd goedgekeurd bij collegiaal besluit van de Stad Brussel van 12.01.1877.
In 1875 hetzelfde jaar dat het rooilijnenplan voor de wijk werd goedgekeurd, ontwierp Bordiau voor de pare kant een arbeiderswijk in opdracht van de ‘Société anonyme des Habitations ouvrières dans l'Agglomération bruxelloise'. Deze wijk beslaat het volledige terrein tussen de Leuvensesteenweg, de Paviastraat en de Keizer Karelstraat. Het geheel van 24 huizen was gedurende een twintigtal jaar de enige bebouwing van de wijk. Het was bovendien het enige sociale woningenproject dat in die periode werd gebouwd.
De wijk was bestemd voor arbeidersfamilies die uit de Lieve-Vrouw-ter-Sneeuwwijk moesten verhuizen omwille van de ongezonde leefomstandigheden aldaar (Bulletin communal, 1875, t. I, p. 118). Toen de wijk werd gebouwd grensde het aan het hoger gelegen kerkhof van de Notelaarsstraat, dat toen nog in gebruik was. Dit leidde tot ongerustheid over verontreiniging van de waterputten bij de huizen. Er werd dus besloten dat de Stad gratis water zou leveren aan de arbeiderswijk (Bulletin communal, 1875, t. I, p. 118).
De erg bescheiden huizen hebben een bepleisterde gevel met rechthoekige vensters, hebben geen balkons en zijn bekroond met een sobere kroonlijst. De meeste zijn symmetrisch met drie gelijke traveeën en een centrale toegangstravee. In de Ringsteekstraat en de Leuvensesteenweg hebben de huizen afwisselend drie en vier bouwlagen, de laatste is van geringere hoogte. In de Paviastraat wisselen twee gevels met drie bouwlagen af met een gevel met vier bouwlagen. In de hogere huizen, wordt de toegangsdeur geflankeerd door twee uitstalramen. De hoeken hebben eveneens een handelsruimte op de benedenverdieping. Oorspronkelijk waren op elke verdieping twee appartementen, bestaande uit vooraan een kamer en achteraan een keuken die uitgaf op een balkon en een klein toilet.
In de loop van de tijd ondergingen de huizen tal van wijzigingen. De meeste winkelpuien zijn verbouwd. Tussen 1914 en 1916 verhoogde architect Jean Debecker zes huizen van drie bouwlagen, met twee verdiepingen – twee op de Leuvensesteenweg en vier in de Paviastraat. Hun gevel werd door tegelzetter Joseph Christophe bekleed met witte geglazuurde baksteen met elementen in groene, blauwe en rode baksteen. In drie van hen werden de vensters op de benedenverdieping verbouwd tot winkelpuien: een uitstalraam geflankeerd door een deur onder doorlopende I-balk. In 1951 liet de Société anonyme des Habitations ouvrières de gevels in de Ringsteekstraat opnieuw cementereen. De arbeiderswijk wordt vandaag beheerd door de Société anonyme bruxelloise des Habitations.
In de Ringsteekstraat, waar de oorspronkelijke bouwvolumes bewaard bleven en de gevels niet opnieuw werden bekleed, is het ritme van de gevels van verschillende hoogten nog het beste leesbaar. De meeste vensters op de benedenverdieping hebben hier nog hun oude houten luiken. Hoewel in de puien van 1914-1915 de bovenlichten met gebogen dwarsregel en roedeverdeling bewaard zijn, zijn talrijke vensters echter vervangen.
Aan onpare kant is het eerste straatgedeelte bebouwd met een geheel van vier huizen met handelsruimte op de benedenverdieping, in 1903 voor eenzelfde eigenaar ontworpen. De rest van de straat bestaat uit omheiningmuren van de tuinen van Keizer Karelstraat nr. 24 tot 28.
Bronnen
Archieven
SAB/OW: 5 tot 19: 8622 (1903), 8621 (1903); arbeiderswijk: 14967 (1875), 14968 (1876), 14969 (1876); Leuvensesteenweg 298: 14997 (1915); Leuvensesteenweg 302: 14998 (1914); Paviastraat: 28481 (1916), 28482 (1916); Ringsteekstraat 2 tot 28: 59808 (1951).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1875, t. I, pp. 118-122, 311; 1877, t. I, p. 41.
SAB/PP 953 (1875), 956-957 (1879).
Publicaties en studies
BERNAERTS, A., KERVYN DE MARCKE TEN DRIESSCHE, R., Les noms de rues à Bruxelles, éd. De Visscher, Brussel, 1951, p. 26.