Onderzoek en redactie
1989-1994
Bekijk de weerhouden gebouwenVan Koningsplein naar Waterloolaan. Vanouds belangrijke invalsweg, behorend tot de vroegste sporen van stedelijke ontwikkeling te Brussel. Deel uitmakend van de zogenaamd “Steenweg”, aloude invalsweg die de stad in west-oostrichting doorkruiste, via Castrum, Werf, Nedermarkt en Koudenberg, met minstens tot 11e eeuw opklimmend tracé, cf. ook Vlaamsesteenweg, Sint-Katelijnestraat, Kiekenmarkt, Grasmarkt, Magdalenasteenweg en Hofberg. De Naamsestraat vormt het meest oostelijk gedeelte van het traject, buiten de Vijfhoek aansluitend op de Elsenesteenweg. Leidde eertijds van het hof op de Koudenberg naar de oude Koudenbergsepoort van de eerste stadsomheining (11e-13e eeuw), waarvan in 1888 ter hoogte van de huidige Brederodestraat resten onder het wegdek werden aangetroffen: staatsgevangenis onder hertog Alva, archief van Brabant vanaf 1591, gesloopt in 1761. Hogerop werd de straat vervolgens afgesloten door de nieuwe of buitenste Koudenbergsepoort, later Naamsepoort, van de tweede stadsomheining (14e eeuw): halfcirkelvormige versterkte stadspoort, gesloopt in 1782. Na aanleg van de ringlanen - de Regentlaan vanaf 1821, de Waterloolaan vanaf 1823 (zie Antwerpselaan) - kwam aan het einde van de Naamsestraat een verbrede pleinaanleg tot stand, met symmetrische bebouwing en twee octrooipaviljoenen in neoclassicistische stijl, naar ontwerp van architect Auguste Payen, van 1835-1836. Na opheffing van het octrooirecht in 1860 werden de paviljoenen verplaatst naar de ingang van het Terkamerenbos op het einde van de Louizalaan. Aloude benaming “Koudenbergsesteenweg” voor het oudere westelijke straatgedeelte aangehouden tot 1851, voor het latere oostelijke straatgedeelte - eerder ook aangeduid met “tussen twee poorten” - reeds vroeger in 19e eeuw vervangen door de huidige benaming Naamsestraat.
Westelijk straatgedeelte eertijds ingenomen, ten noorden door de gotische westgevel van de oude Sint-Jacobskerk en de abdij van Koudenberg, opklimmend tot 11e eeuw (zie nr. 4-12); ten zuiden door de stallingen van het Koudenbergpaleis, opklimmend tot 14e eeuw en gesloopt in 1928 (zie Regentschapsstraat nr. 2). Oostelijk straateinde eertijds gedomineerd door het theresianen- of karmelietessenklooster met barokke kerk door Wenceslas Cobergher uit 1607-1615, gesloopt in 1785, waardoor vervolgens de Theresianenstraat en Boomkwekerijstraat werden getrokken.
Klimmende gebogen straat, bij het Koningsplein ingeleid door een arcade. Plaatselijke verspringing van de rooilijn ter hoogte van nr. 39, 45 en 65. Heterogene scenografie overwegend samengesteld uit winkelhuizen met neoclassicistische inslag uit diverse perioden van 19e eeuw, veelal smalle panden met gemiddeld vier bouwlagen en twee traveeën. Sobere lijstgevels, hoogstens versierd met geriemde omlijstingen, kordons of schijnvoegen, uit eerste helft 19e eeuw, cf. nr. 37 (1844), 45 (1850), 46 (1841, verhoogd in 1897) en 79 (1835, verhoogd in 1887). Lijstgevels met rijker stucdecor en balkons met ijzeren leuning, uit tweede helft 19e eeuw, cf. nr. 11 (1881), 36-38, 39-41 (1878) en 81 (1879). Dito afgeschuinde hoekhuizen, cf. nr. 27 (1883) en 29-31. Enkele bewaarde neoclassicistische herenhuizen, doch veelal grondig verbouwd, cf. nr. 51-53 (1855, verhoogd in 1893), oorspronkelijk met sokkelvormende benedenbouw en twee hoofdverdiepingen, en 70. Een beperkt aantal panden vertoont nog sporen - bedaking, achtergevel - van een oudere kern, cf. nr. 69, 71 en 75-77 (1876, aanpassing van 17e-eeuwse tuitgevel). Voorts grote complexen met woon-, handels- of dienstenfunctie uit begin 20e eeuw. Nieuwbouw bij de Brederodestraat en in nr. 55-63.
In 19e eeuw en ook vandaag nog, eerder “elitaire” handelsfunctie.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 26390 (1835-1836), 17488 (1844), 17491 (1850), 17526 (1841), 17539 (1897), 25800 (1835), 17509 (1887), 17484 (1881), 17501 (1878), 2797 (1879), 17482 (1883), 17506 (1855, 1893), 17508 (1876); AA, 1835, vol. 32 bis, rep. 93.