Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
Maurice FÉTU – architect – 1922
INCONNU - ONBEKEND – 1869
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 6053
Beschrijving
Huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. arch. Maurice Fétu, 1922.
Oorspronkelijk neoclassicistisch gevel uit 1869.
Drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. In tweede bouwlaag van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder dak, waarop balkon met smeedijzeren leuning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Van in begin handelsruimte; huidige winkelpui, 1989. Op verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; die van tweede bouwlaag met grote platte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. geritmeerd door indrukwekkende consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Oorspronkelijk neoclassicistisch gevel uit 1869.
Drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. In tweede bouwlaag van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder dak, waarop balkon met smeedijzeren leuning in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Van in begin handelsruimte; huidige winkelpui, 1989. Op verdiepingen rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; die van tweede bouwlaag met grote platte sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. geritmeerd door indrukwekkende consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Bronnen
Archieven
GASG/DS 532 (1869), 1922 (1922), 15 (1989).