Typologie(ën)

voormalige boerderij/hoeve
Herberg

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1500-1550

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 26 maart 1998

Stijlen

Traditionalisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2022-2023

id

Urban : 41764
lees meer

Beschrijving

Voormalige herberg In de drie Wilghen waarvan de oorspronkelijke kern uit het begin van de 16e eeuw dateert. Sterk verbouwd in de 19e eeuw.

Geschiedenis
De herberg In de drie Wilghen bevond zich op het kruispunt tussen de steenweg van Brussel naar Wemmel en het secundaire Wilgenwegje leidend naar Ganshoren. Het is één van de weinige getuigen van de landelijke Wemmelse Steenweg die bezaaid was met herbergen, (keuter)boerderijen en arbeiderswoningen.

Een eerste melding van de herberg dateert uit de eerste helft van de 16e eeuw waarbij ze in het bezit was van ene Willem de Visch. In de loop van de 16e en 17e eeuw kwam ze via erfenis in handen van de families Van Cattenbroeck en vervolgens Marchant. Op het einde van de 17e eeuw werd ze verkocht en verwisselde vaak van eigenaar tot in de 18e eeuw. Vanaf dan ontwikkelde ze zich tevens tot een brouwerij. Henri Corneille Werrie (1810 – 1872) – komende uit een Gaasbeekse brouwersfamilie – verwierf de brouwerij in 1832 via zijn huwelijk met Jeanne-Catherine Moonens en baatte de herberg en brouwerij verder uit.

Vanaf dan kreeg de boerderij-brouwerij een bijkomende belangrijke, maatschappelijke rol in het Jetse leven: zo vonden hier zowel de gemeenteraadszittingen plaats – H.C. Werrie was burgemeester van 1843 tot 1854 – als de bijeenkomsten van menig andere openbare gelegenheden.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloten de herberg en brouwerij. Hierna opende ze enkel als herberg voor verschillende doeleinden waaronder het africhten van honden en het kruisboogschieten. Kort na 1955 werd de boerderij gesloten en onderging het restauratie- en renovatiewerken waarna ze terug openging als haar huidige benaming ‘La Ferme du Wilg’.

Beschrijving
Twee aansluitende gebouwen op de rooilijn van de steenweg. Het (hoofd)gebouw links met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee bouwlagen, de tweede gebouw met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en één bouwlaag, beiden onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels met gestileerde muurankers. Steekboogvormige muuropeningen op de benedenverdieping, rechthoekig op de verdieping. Gebied rond deur gedecapeerd waardoor witstenen omlijsting met neggen zichtbaar in de vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Kleine klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak. in het tweede gebouw.

Derde gebouw van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. binnen het bouwblok, haaks op de steenweg en loodrecht op het lage gebouw ter hoogte van de twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Binnenkoer.


CABUY, Y., DEMETER, S., LEUXE, F., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel, 5, Jette, MRBC – MRAH, Brussel, 1994, pp. 69-70.
PAULUS, G., Jette, Guides des communes de la Région Bruxelloise, CFC-éditions, Bruxelles, 2000, p. 60.
GUYOT, G., Histoire récente du “Wilg” et de la famille Werrie, in Graafschap Jette, XIV, 1984, pp. 51-61.
VAN DEN HAUTE, R., Le Wilg in Graafschap Jette, VIII, 1971, pp. 4-8.
VAN DEN HAUTE, R., Histoire récente du «Wilg» et de la famille Werrie in Graafschap Jette, 14, 1-2, 3-4, 1984, pp. 51-63.