Typologie(ën)
villa
Ontwerper(s)
MOENAERT – architect – 1941
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modern classicisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38519
Beschrijving
Vrijstaande villa met neoclassicistische inslag, naar ontwerp van
architect Moenaert, 1941.
Rechthoekig gebouw loodrecht op de laan, met twee bouwlagen onder uitkragend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Bakstenen gevels versierd met hardsteen en witsteen. Soffiet van de dakgoot versierd met caissons.
Voorgevel met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Muuropeningen met inspringende omlijsting op de benedenverdieping en met één of twee zuilvormige monelenStenen vensterstijl. op de verdieping. Rechts, rechthoekige voorbouw bekroond door een terras met inspringende stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een centrale nis. Links, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., met smeedijzeren borstwering.
Centraal op de linkerzijgevel, inspringende verdieping tussen twee schoorsteenkokers, met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het centrale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht en is versierd met een glas-in-loodraam dat twee vrouwen in een floraal decor voorstelt.
Op de rechterzijgevel, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Rondboogdeur met imposante sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., onder een nis met een beeldje. Breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met zuilvormige monelenStenen vensterstijl. op de verdieping. Links, bas-reliëf met geknielde vrouw.
Omheining van het tuintje met heggen tussen hardstenen pijlers en met een kwartronde kantsteen; houten poortjes.
Binnen, oorspronkelijk decor in art decostijl met classicistische inslag. Marmer- of parketvloeren. Lambriseringen in hout of travertijn. Plafonds met sierlijsten of caissons. Marmeren schoorstenen en radiatorkasten. Grote centrale hal met houten trap en leuning met versierde metalen handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen..
Rechthoekig gebouw loodrecht op de laan, met twee bouwlagen onder uitkragend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Bakstenen gevels versierd met hardsteen en witsteen. Soffiet van de dakgoot versierd met caissons.
Voorgevel met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Muuropeningen met inspringende omlijsting op de benedenverdieping en met één of twee zuilvormige monelenStenen vensterstijl. op de verdieping. Rechts, rechthoekige voorbouw bekroond door een terras met inspringende stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en een centrale nis. Links, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., met smeedijzeren borstwering.
Centraal op de linkerzijgevel, inspringende verdieping tussen twee schoorsteenkokers, met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het centrale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlicht en is versierd met een glas-in-loodraam dat twee vrouwen in een floraal decor voorstelt.
Op de rechterzijgevel, toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Rondboogdeur met imposante sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., onder een nis met een beeldje. Breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met zuilvormige monelenStenen vensterstijl. op de verdieping. Links, bas-reliëf met geknielde vrouw.
Omheining van het tuintje met heggen tussen hardstenen pijlers en met een kwartronde kantsteen; houten poortjes.
Binnen, oorspronkelijk decor in art decostijl met classicistische inslag. Marmer- of parketvloeren. Lambriseringen in hout of travertijn. Plafonds met sierlijsten of caissons. Marmeren schoorstenen en radiatorkasten. Grote centrale hal met houten trap en leuning met versierde metalen handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 55586 (1941-1943).