Typologie(ën)
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
Ontwerper(s)
Fernand DEBONNAIRES – beeldhouwer – 1956
A. BERNARD – architect – 1956
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38324
Beschrijving
Monument in witsteen dat in 1956 werd ontworpen door beeldhouwer Fernand
Debonnaires en architect A. Bernard, op initiatief van het Comité du Fonds National d’Hommage à Adolphe Max. Signaturen op de rechterflank van het monument: “A. BERNARD / ARCHITECTE / F. DEBONNAIRES / STATUAIRE”.
De liberale politicus Adolphe Max was burgemeester van de Stad Brussel van 1909 tot aan zijn dood, op 06.11.1939. Er werden verschillende ontwerpen voor een monument uitgewerkt voor verschillende locaties, waaronder verscheidene door de architecten van de Stad: François Malfait in 1940 voor het Muntplein, het Belgiëplein en de onderzijde van de Eeuwfeestlaan; Jean Rombaux in 1945 voor het Schumanplein en het Louizaplein. Uiteindelijk werd gekozen voor de Heizelvlakte, overeenkomstig de wens van Adolphe Max, de initiatiefnemer voor de Wereldtentoonstelling van 1935.
Monument op een cirkelboogvormig talud dat via twee trappen toegankelijk is. Het bestaat uit twee rechthoekige parallellepipeda, het ene opstaand op een sokkel, met aan de kant van het plein van standbeeld van de burgemeester en zijn hond op een console, het andere liggend, met een tweetalig citaat van de burgemeester en aan het uiteinde versierd met een bas-reliëf van bomen, met daarin verwerkt de Latijnse opschriften “CARITAS PATRIAE / PATROCINIUM / AEQUITATIS / AMOR LIBERTATIS”. Het liggende element bevindt zich achter een kwartcirkelvormige waterpartij. Twee banken, eveneens in steen, flankeren het monument.
De liberale politicus Adolphe Max was burgemeester van de Stad Brussel van 1909 tot aan zijn dood, op 06.11.1939. Er werden verschillende ontwerpen voor een monument uitgewerkt voor verschillende locaties, waaronder verscheidene door de architecten van de Stad: François Malfait in 1940 voor het Muntplein, het Belgiëplein en de onderzijde van de Eeuwfeestlaan; Jean Rombaux in 1945 voor het Schumanplein en het Louizaplein. Uiteindelijk werd gekozen voor de Heizelvlakte, overeenkomstig de wens van Adolphe Max, de initiatiefnemer voor de Wereldtentoonstelling van 1935.
Monument op een cirkelboogvormig talud dat via twee trappen toegankelijk is. Het bestaat uit twee rechthoekige parallellepipeda, het ene opstaand op een sokkel, met aan de kant van het plein van standbeeld van de burgemeester en zijn hond op een console, het andere liggend, met een tweetalig citaat van de burgemeester en aan het uiteinde versierd met een bas-reliëf van bomen, met daarin verwerkt de Latijnse opschriften “CARITAS PATRIAE / PATROCINIUM / AEQUITATIS / AMOR LIBERTATIS”. Het liggende element bevindt zich achter een kwartcirkelvormige waterpartij. Twee banken, eveneens in steen, flankeren het monument.
Bronnen
Archieven
SAB/NPP E23.
SAB/OW 70327 (1956-1957).
Publicaties en studies
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 102.
DE ROOSE, F., De fonteinen van Brussel, Racine, Brussel, 1999, pp. 53-54.