Typologie(ën)

clubhuis

Ontwerper(s)

Stijlen

Modernisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Sociaal

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38316
lees meer

Beschrijving

Modernistisch clubgebouw uit 1936.

Geschiedenis
De aanleg van een plezierhaven op het Kanaal van Willebroek, achter de Van Praetbrug, was nauw verbonden met het vooruitzicht van de opening, in de jaren 1900, van een zeehaven in Brussel. Eindelijk konden de jachten in de hoofdstad voor anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. gaan en aan kleine regatta’s deelnemen.

Leopold II van zijn kant wou in de Brusselse voorhaven een thuishaven scheppen voor zijn privéjacht, de Alberta. Aan de Vilvoordsesteenweg werd een perceel afgeboord door de steunmuren van het nieuwe complex van de Van Praetbrug (1904) gekozen, en onder de steenweg werd een tunnel gegraven om het perceel in verbinding te stellen met het Koninklijk Domein. De ingang van deze tunnel, versierd met het monogram van Leopold II, is bewaard gebleven; hij bevat thans een transformatorhuisje. Maar de Alberta kwam nooit naar Brussel, en de ingerichte plaats werd toegekend aan de Yachting Club de Bruxelles, die in 25.04.1906 werd gesticht en haar inrichtingen vestigde op het perceel, dat eigendom bleef van de Koninklijke Schenking. In 1910, aan het einde van de Wereldtentoonstelling van Brussel, kon de club het houten paviljoen van de maatschappij Alfa Laval kopen, en hij bouwde het opnieuw op zijn terrein op om er zijn clubgebouw van te maken. Het werd aangevuld met een lang gebouw dat onder meer dienstdeed als botenloods en dat geleidelijk werd vergroot. In 1913 werd de club omgedoopt tot Bruxelles Royal Yacht Club.

In januari 1936 legde een brand het paviljoen in de as, en in september van datzelfde jaar werd het door een nieuw gebouw vervangen. De plannen voor de interieurdecoratie werden getekend door een lid van de club, Eugène Boute. De plankenvloer was afkomstig van het stoomjacht Erin, dat eigendom was geweest van sir Thomas Lipton, terwijl de boxen en de wandbekleding afkomstig waren van twee veerboten Oostende-Dover, de Princesse Marie-Josée en de Princesse Joséphine-Charlotte.

Er volgende nog verscheidene uitbreidingen aan de achterzijde van het clubgebouw: vóór 1953, vóór 1971 en in 1981, ditmaal om er een secretariaat en vergaderzalen in onder te brengen (n.o.v. architect Michel Courtens). Meer oostwaarts, op de Heembeekkaai, werden in 1984 lokalen en vestiaires voor de zeilschool gebouwd. Die werden vervangen door een nieuw watersportcentrum dat in 2003 werd ontworpen en in 2006 werd ingehuldigd (R2D2 ARCHITECTURE).

De oorspronkelijke binnenhaven in de door het kanaal gevormde hoek was enkel door palen afgebakend. Vóór 1953 werd ze door een houten ponton afgesloten en vóór 1996 werd ze aanzienlijk uitgebreid, tot aan het terrein van het nieuwe watersportcentrum.

Beschrijving
Het clubgebouw staat op een kaai gemaakt van hardsteen in groot regelmatig verband en naar loopt door naar de Van Praetbrug in baksteen op een stenen basis; het ligt achter een terras met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. muren en een metalen buisreling.

Het oorspronkelijke gedeelte van het clubgebouw is een klein rechthoekig gebouw zonder verdieping in bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en gewit metselwerk en onder plat dak. Het heeft twee uitbouwen, vooraan gewelfd, achteraan rechthoekig (met daarin thans de bar). Een fijne betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. beschermt de muuropeningen van de hoofdgevel en is geïntegreerd in de architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. van een minimalistisch hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Op de voor- en zijgevels, brede muuropeningen met raamwerk met roedeverdeling, slechts zichtbaar sinds de toevoeging van analoge bijgebouwen achteraan. De twee muuropeningen rond de uitbouw bevatten een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee vleugels.

Van de eerste uitbreiding, die langs de achtergevel liep, zijn kennelijk enkel de twee derden aan de linkerkant bewaard; het uiteinde werd met een verdieping aangevuld. De lichtjes uitspringende vleugel achteraan rechts uit 1981 heeft een beglaasde ingang onder een fijne luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., bekroond door de hoge muuropening met glastegels van het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Rechts hiervan zijn er vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vierkante muuropeningen die op de achtergevel worden hernomen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 3637 (1913), 88528 (1980).

Publicaties en studies
BRUXELLES ROYAL YACHT CLUB, 100 ans d’Histoire, 2006.

Websites
www.r2d2architecture.be