Typologie(ën)
Ontwerper(s)
K. AERTS – ingenieur – 1969
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
Ten behoeve van de Wereldtentoonstelling van 1935 werd tussen de Marathonlaan en de Voetballaan een Paleis van de Wetenschap gebouwd, onder de bescherming van koning Albert I. Het werd Alberteum Aedes Scientiae gedoopt. Het Alberteum, dat door architecten Adrien en Yvan Blomme werd ontworpen, bevatte onder meer tentoonstellingszalen en een auditorium, aangevuld met een planetarium naar een ontwerp van architecten Charles Van Nueten en Maurice Keym. Het was een rond gebouw bekroond door een met koper bedekte betonnen koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis.. De projectiezaal, met 500 plaatsen, was voorzien van een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met een diameter van 23meter, die het een van de grootste planetaria van Europa maakte. Het was uitgerust met een “planetarium”, een optisch-mechanische projector ontworpen door de firma Carl Zeiss uit Jena. Het apparaat werd aangedreven door 17 motoren en bestond uit 119 bewegende projectoren die op koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. de bewegingen van alle hemellichamen projecteerden.
Het was de bedoeling dat dit planetarium na de Wereldtentoonstelling zou worden bewaard, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog moest het zijn activiteiten opschorten. Het werd gedeeltelijk gerestaureerd voor Expo 58 maar sloot zijn deuren definitief in 1966. Twee jaar later besliste de Stad Brussel het gebouw te slopen en sloot ze een erfpacht af met de Staat, die zich ertoe verbond op die plaats een nieuw centrum voor de verspreiding van de wetenschappelijke kennis te bouwen. Rond 1970 werd het planetarium afgebroken, en het nieuwe, dat al in 1969 was ontworpen, werd van 1971 tot 1973 gebouwd, hoewel het pas op 28.09.1976 werd ingehuldigd. Het heeft een vergelijkbare koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., met een diameter van 23,55 meter, en is nog altijd een van de grootste van het continent. Het oorspronkelijke projectietoestel werd door de firma Zeiss gerestaureerd en is opnieuw in werking. In 1979 werd het Planetarium geïntegreerd in de Koninklijke Sterrenwacht van België. In 2009 werd een nieuw, digitaal projectiesysteem ingehuldigd het originele moet aanvullen.
Beschrijving
Betonnen gebouw bestaande uit drie volumes. De eerste twee, rechthoekig en onder plat dak, zijn in kruisvorm ingeplant: het eerste volume heeft één bouwlaag en staat loodrecht op de laan, het tweede heeft twee bouwlagen die het eerste volume gedeeltelijk overlappen en centraal worden bekroond door een licht hellend schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met koperbedekking. De verdieping van dit tweede volume is verbonden met die waarin zich het planetarium bevindt, op de hoek met de Voetballaan. Ze heeft één ronde bouwlaag onder een met koper bedekte koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. en wordt over twee derden van haar omtrek door een uitbouw omsloten; ze is aan de oostkant toegankelijk via twee buitentrappen die worden verbonden door een terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (gedeeltelijk bewaard) en leuningen met een handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen. van houten planken.
Gevels van platen uitgewassen beton, die welke de bouwlagen aangeven met licht reliëf met diamantkopPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen.. Brede muuropeningen met borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. gemaakt van witte sandwichpanelenKunststoffen gevelplaat, bestaande uit een isolerende kern tussen twee platen (vandaar 'sandwich'). Bekendste uitvoering, Glasal, gemaakt op basis van cement en versterkingsvezels, met een glad zijdeglans oppervlakte en verkrijgbaar in een tiental verschillende kleuren.. Bewaard houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
In het eerste volume, aan de kant van de laan, brede terugwijkende ingang onder een licht hellende luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Op het dak prijkt de naam “PLANETARIUM” in uitgesneden letters.
Het perceel wordt afgesloten door muurtjes van uitgewassen beton versierd met reliëfs. Zeshoekige betegeling in hetzelfde materiaal.
Het eerste volume bevat een grote, met stenen tegels beklede hal. De projectiezaal is bereikbaar via een brede trap in kunststeen met metalen leuningen en een handlijstGeprofileerde lijst op een borstwering of tegen een muur bevestigd, waaraan men zich met de hand kan vastgrijpen. in exotisch hout. Vanaf de overloop vertrekken twee gebogen trapdelen naar de projectiezaal, en twee andere in L naar de conferentiezaal op de verdieping van het tweede volume. De vestibule van deze zaal vormt, boven de trap, een uitbouw op betonnen pijlers en balken. Binnen, houten lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en verlaagd plafond van houten latten waarin lampen zijn ingewerkt. Rijen oorspronkelijke zetels met kantelbare schrijftablet. Projectiezaal met een capaciteit van 351 personen, zetels in een cirkelboog.
Voor het gebouw staat op een sokkel een bronzen beeld dat het hoofd van de Poolse sterrenkundige Nicolaas Copernicus voorstelt. Dit in 1973 vervaardigde werk kreeg de naam Kopernik en is L. Kraskowska Nitschowa gesigneerd. Het werd gemaakt ter gelegenheid van de 500e verjaardag van de geboorte van de sterrenkundige.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 90072 (1969), 81404 (1970).
Publicaties en studies
COOMANS, T., De Heizel en de Wereldtentoonstellingen van 1935 en 1958, coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 5, 1994, p. 43.
DEROM, P., Les sculptures de Bruxelles. Catalogue raisonné, Galerie Patrick Derom, Brussel, 2002, p. 104.
Le livre d’or de l’Exposition universelle et internationale Bruxelles 1935 [Gulden Boek van de Wereldtentoonstelling Brussel 1935], Uitvoerend Comité van de Tentoonstelling, Brussel, pp. 586-588.
VERHAS, P., Histoire de l’Observatoire royal de Belgique, Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2014, pp. 231-234.
Tijdschriften
“Le Planétarium. Exposition 1935”, La Maison, 12, 1966.
MONDERER, A., “Sur le plateau Heysel à Bruxelles, le planétarium national”, Brabant, 2, april 1978, pp. 8-13.
Websites
www.planetarium.be
Opmerkelijke bomen in de nabijheid