Typologie(ën)

fabriek

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1912

Alb. TIMMERMANarchitect1947

INCONNU - ONBEKEND1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 35044
lees meer

Beschrijving

Industrieel complex bestaande uit een achterliggend volume in eclectische stijl ontworpen in 1912 en een volume aan de straat met art-deco-invloed ontworpen in 1927, allebei bestemd voor de Torley-fabriek, en in de jaren 1950 verbouwd en vergroot voor de M.B.L.E.

Geschiedenis

In 1905 bouwde de Fabrique de Tresses et Lacets Torley, die vanaf 1880 in de Onderwijsstraat was gevestigd (zie nr. 124 tot 126b), een nieuwe fabriek op een terrein ten zuiden van de Nieuwmolenstraat – de huidige Dokter Kubornstraat – langs een nog aan te leggen weg, de toekomstige Tweestationsstraat. De meeste gebouwen lagen aan de achterzijde van het terrein, langs de Zenne. In 1912 kreeg de fabriek een nieuw gebouw, loodrecht op de Tweestationsstraat en inspringend ten opzichte ervan, met dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen onder plat dak, de eerste ondergronds aan de westzijde. In 1927 werd het gebouw aan straatzijde ontworpen, met vijf bouwlagen onder plat dak en achttien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In de as van de laatste travee, langs het volume uit 1912, leidt een doorgang naar de achterliggende werkplaatsen. In die periode verliet het bedrijf de site aan de Onderwijsstraat.

In 1946 werd de fabriek aan de Tweestationsstraat overgenomen door de in 1911 opgerichte Manufacture Belge de Lampes Electriques (M.B.L.E.), die aan de Quai du Halage nr. 55 was gevestigd en twee jaar later naar de Tweestationsstraat verhuisde. De gebouwen werden verbouwd volgens een plan dat in 1947 werd opgesteld door architect Alb. Timmerman. In 1951 veranderde de naam van het bedrijf in Manufacture Belge de Lampes et de Matériel Electronique, maar de afkorting bleef dezelfde. In dat jaar werd de binnenplaats verhoogd tot straatniveau, waardoor de begane grond van het volume uit 1912 aan deze zijde ondergronds kwam te liggen. Het gebouw aan de straatkant werd links verlengd door een volume van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) naar identiek model (Bureau d’Etudes Industrielles F. Courtoy). Rond 1955 werd, ditmaal tegen de rechterkant, een smal en modernistisch volume loodrecht aangebouwd. Kort vóór 1958 kreeg de M.B.L.E. een nieuw logo gevormd door twee gestileerde handen die een kern omsluiten waarrond elektronen zweven. Het werd op het dak geplaatst in de vorm van een lichtreclame gericht naar de spoorlijnen van het Zuidstation. In 1982 werd de onderneming bij de Philips-groep ingelijfd, en een jaar later werd het smalle volume rechts verdubbeld en volledig verbouwd (ingenieur-architect Johan Malfait). Rond 1985 lieten Philips & M.B.L.E een nieuw complex bouwen links van de Manufacture, op het huidige nr.80 van de straat, ten koste van enkele industriële gebouwen. Vóór 2012 werd het geheel van achtergebouwen van de oude Manufacture Torley gesloopt en vervangen door een parking; het niveau van de binnenplaats werd opnieuw verlaagd en de volumes uit 1912 en 1927 werden gerenoveerd. De gebouwen worden thans ingenomen door Infrabel.

Beschrijving

Aan de straat, gebouw van vijf bouwlagen onder plat dak en 22 gelijke traveeën, de eerste vier uit 1951, de overige uit 1927. Bakstenen gevel met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Sokkel opnieuw bekleed met hardsteen. Op de verdiepingen, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met een uitsprong waarop de gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rusten. Muuropeningen met afgeschuinde latei en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van opstaande bakstenen. Het oorspronkelijke plan voorzag in poorten op de tiende en de voorlaatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van het initiële gebouw. Thans is er slechts één enkele ingang, op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). De achtergevel heeft een analoge maar eenvoudiger compositie. Langs de eerste bouwlaag liep vroeger een loskade onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. die via een helling toegankelijk was. Eén extra bouwlaag op de eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de uitbreiding uit 1951. Raamwerk vervangen, vroeger met roedeverdeling.

Interieur.
Oorspronkelijk, twee trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. in het initiële gebouw, in de linkerhoek achteraan en de rechterhoek vooraan. Plateaus op drie rijen pijlers.

Loodrecht ingeplant achteraan, volume van dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vijf bouwlagen, de eerste ondergronds aan de westgevel, de laatste – beglaasd – toegevoegd tijdens de renovatie. Gevels in rode baksteen met bakstenen in helderder rood en met hardsteen. Traveeën geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met anker(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. aan de top. Getoogde muuropeningen, behalve op de benedenverdieping, onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Aan de linkerhelft van de gevel bevond zich vroeger een buitentrap. Laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) als voorbouw, met op elke verdieping de twee registersVensterstrook in een topgevel. van drie kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die de sanitaire ruimten langs het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. verlichten. Schrijnwerk vervangen; raamwerk vroeger met ijzeren roedeverdeling met centrale openslaande vleugel.

Interieur.
Oorspronkelijk, plateaus op twee centrale rijen gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen.


Bronnen

Archieven
GAA/DS
 10548 (03.10.1905), 10956 (14.08.1906), 10999 (14.09.1906), 12448 (28.01.1910), 13448 (26.06.1912), 13636 (13.12.1912), 19997 (01.07.1927), 34305 (11.07.1950), 34993-34994 (28.08.1951), 37442 (06.12.1955), 45761 (18.08.1983); 80: 46078 (25.06.1985).


Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. 
Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 21.

Websites
MBLE (in het Frans)