Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33732
lees meer

Beschrijving

Breedhuis, in oorsprong twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. winkelpanden, in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, waarvoor bouwaanvraag van 1846.

Drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel. Verkleinende rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., op doorgetrokken lekdrempels, de respectievelijk middentraveeën op de hoofdverdieping verrijkt met een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en in het ontwerp een balkon met voluutconsoles; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen op de bovenste verdieping. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolerij alternerend met omlijste steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., en belijnd cordon. Oorspronkelijk winkelpui met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbogenBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en deuren in de uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); heden verbouwd. Centrale gevelsteenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift. «propriete de lacie utrecht» (begin 20e eeuw).

Bronnen

Archieven
SAB/OW17682 (1846).