Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1885-1887

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32901
lees meer

Beschrijving

Geheel van vijf opbrengsthuizen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, tussen 1885 en 1887.

Eenvoudige of meer uitgewerkte bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels van drie of vier verkleinende bouwlagen, soms met bijkomende entresol, en meestal met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Stucdecor voor de eventuele horizontale gevelbelijningen, voor de omlijstingen van de getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. of rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. - al of niet met sluitstenenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. of panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. onder de lekdrempels -, en voor het klassieke hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Gevarieerde uitwerkingen, van de gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en de enkelvoudige of gevelbrede borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor de balkons. Oorspronkelijke winkelpuien veelal verbouwd.
Nr. 1-3 uit 1885, met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in verticaal doorgetrokken omlijsting op de twee hoogste bouwlagen
Nr. 5-7 uit 1886, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en met decoratieve bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). en meanderfriezen.
Nr. 13-15, gebouwd tussen 1885 en 1887, gemarkeerd door een middenrisaliet en hoeklisenen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW19713 (1885), 19715 (1886), 19718.