Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Antoine MENNESSIERarchitect1882

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32895
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in eclectische stijl met neoclassicistische inslag naar een ontwerp van architect A. Mennessier uit 1882, gebouwd op een scherp afgeschuind hoekperceelgebouw.

Vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en in totaal tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder pseudo-mansardedak. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel met gemarkeerde horizontale registersVensterstrook in een topgevel.. Opengewerkte benedenverdieping met oorspronkelijk geblokte pilasters, puien en opengewerkte tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met dito pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; benedenverdieping grotendeels opnieuw bekleed.
Verdiepingen belijnd door een omlopend balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met fraaie gietijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. TraveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., achtereenvolgens verdiept en met composiet kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Vlak omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met bijkomende rozetfries op de eerste, bewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. binnen kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. op de tweede. Hoofdgestel met panelen en getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de hoektravee in oorspronkelijk ontwerp werd een bijkomende ijzeren balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op de kroonlijst en nok voorzien.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 18877 (1882).